Libanon, het ‘land van de Ceders’, heeft af te rekenen met zware economische problemen en voedselonzekerheid. De waarde van het Libanese pond is in de voorbije jaren gigantisch verminderd. Dit maakte het invoeren van goederen veel duurder en deed de inflatie in het land exploderen. Libanon leed ook onder de economische gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Libanezen, die in het buitenland leven, sturen nu minder geld naar hun familie in Libanon. De investeringen vanuit het buitenland namen ook af.
De armoede deed de voedselonzekerheid bij de Libanezen sterk stijgen. Vrouwen blijken hierbij nog erger te worden getroffen dan mannen. Vooral families met een vrouwelijk gezinshoofd zijn afhankelijk van financiële steun van familie in het buitenland.
De gezondheidszorg in Libanon is sterk geprivatiseerd en moeilijk toegankelijk voor veel Libanezen die te weinig inkomsten hebben. In sommige ziekenhuizen zijn er niet genoeg geneesmiddelen. Kleine kinderen worden veel minder tegen ziektes ingeënt dan vroeger. En er is ook een veel hogere moedersterfte dan in het verleden.
Vrouwen doen veel minder vaak betaald werk dan mannen in Libanon. Heel wat vrouwen werken in informele jobs, met een hoog risico om te worden uitgebuit.
In de Libanese samenleving is er een groot risico op dwangarbeid, seksuele uitbuiting en misbruiken, gendergebonden geweld, kinderarbeid en vroegtijdige huwelijken. Ook voor de talloze migranten in Libanon bestaan er heel wat risico’s. Zij worden vaak geconfronteerd met diverse vormen van misbruik en discriminatie door werkgevers of huisbazen.
Als gevolg van de burgeroorlog in Syrië leven er ook veel Syrische vluchtelingen in Libanon. Meer dan 2 inwoners op 5 zijn vluchtelingen. De economie, de gezondheidszorg, het onderwijs en de woningmarkt kunnen niet meer volgen.
In deze moeilijke context is Caritas Libanon, een van de belangrijkste lokale ngo’s, actief in heel het land. De organisatie heeft humanitaire en educatieve programma’s, zowel voor zeer kwetsbare vluchtelingen als voor Libanese families. De kinderen en jongeren (Libanezen, Syriërs, Irakezen, …) opleiden is heel belangrijk. Het is een teken van hoop en onze manier om ervoor te zorgen dat de toekomst van een hele generatie kansen krijgt.