Caritas International heeft samen met haar koepelorganisatie Caritas Europa een aantal positieve ontwikkelingen in dit nieuwe EU-migratiepact kunnen vaststellen, maar maakt zich zorgen over de te grote nadruk op terugkeer, grenscontroles en de samenwerking met landen van herkomst om migratie tegen te gaan.
Samenwerking ten koste van mensenrechten
Het pact blijft inzetten op de samenwerking met de landen van herkomst en transit van migranten (de ‘derde landen’). Bedoeling hiervan is om de aankomsten in Europa te beperken en om terugkeer te bevorderen. Een recent voorbeeld van een dergelijke praktijk is de overeenkomst met Libië. De Libische kustwacht ontvangt namelijk steun (inclusief financiële steun) van Europa om te voorkomen dat migranten naar Europa vertrekken. Dit model heeft zijn beperkingen laten zien, want systematisch geweld tegen vluchtelingen en migranten in Libië – ook door de Libische kustwacht – is de laatste jaren goed gedocumenteerd.
LEES OOK >> EU-plannen zullen arrestaties en detentie van migranten in Libië verergeren
Ontlasting van de grenslanden?
De Europese Commissie wil in het kader van het pact ook een verplicht mechanisme opzetten om vluchtelingen en migranten die op het EU-grondgebied aankomen, snel te kunnen screenen. Er zijn echter te weinig garanties dat zo’n screeningsmechanisme niet zal leiden tot overvolle en mensonwaardige opvangfaciliteiten in de grenslanden – zoals op Lesbos bijvoorbeeld.
LEES OOK >> Migranten aan de Grieks-Turkse grens: symptoom van een Europees non‑beleid [LONG READ]
Een belangrijk punt in deze onderhandelingen was het identificeren van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van verzoeken om internationale bescherming. Uiteindelijk is het geselecteerde voorstel vrij gelijkaardig aan het huidige ‘Dublin-systeem’. De verantwoordelijke lidstaat zal nog steeds bepaald worden op basis van soortgelijke criteria, maar deze zullen worden uitgebreid. Het meest omstreden criterium – namelijk dat de verantwoordelijkheid bij het eerste land van binnenkomst ligt – blijft bestaan. Andere criteria worden toegevoegd, zoals de aanwezigheid van familieleden of het beschikken over een diploma uitgereikt in een ander Europees land.
De lidstaten zullen kunnen kiezen tussen verschillende solidariteitsmechanismen om staten met een hoge migratiedruk bij te staan. Zij zullen een deel van de vluchtelingen kunnen opvangen, financiële steun verlenen of helpen bij hun terugkeer. Ook hier is het niet duidelijk hoe dit complexe mechanisme de druk op de grensstaten zal verlichten en het ontstaan van situaties – zoals die op Lesbos en in Moria – zullen voorkomen worden.
>> LEES OOK: Brand in Moria: oproep tot Europese solidariteit
Veilige en legale toegangswegen
Hoewel het EU-migratiepact focust op grensbewaking en terugkeer, erkent het daarnaast ook de nood aan legale toegangswegen naar Europa. Zolang er geen veilige legale wegen zijn, zullen mensen hun leven blijven riskeren in de zoektocht naar bescherming. Community sponsorship (een mechanisme voor sponsoring door een gastgemeenschap) en humanitaire corridors – twee projecten waarbij een aantal Europese Caritasorganisaties nauw betrokken zijn – zullen verder worden uitgerold.
Ook positief is dat de Europese Commissie nog eens benadrukt heeft dat het humanitaire werk op zee om mensenlevens te redden, niet gecriminaliseerd mag worden. Daarnaast blijft hervestiging – het solidariteitsmechanisme bij uitstek – echter vrijwillig, en heeft de Commissie het luik rond arbeidsmigratie niet uitgewerkt.
Vier beleidsaanbevelingen
Op basis van deze opmerkingen en in het kader van de uitvoering van het onlangs gesloten regeringsakkoord roepen wij onze politieke beleidsmakers op om:
- Veilige en legale toegangswegen tot Europa te vergemakkelijken, met name door structurele en ambitieuze hervestigingsdoelstellingen vast te stellen en arbeidsmigratie te vergemakkelijken;
- Prioriteit te geven aan het respecteren van de mensenrechten en het Verdrag van Genève – zeker ook bij de samenwerking met derde landen, het uitvoeren van grenscontroles en de toewijzings- en selectiemechanismen;
- De coördinatie van opsporings- en reddingsoperaties in het centrale deel van de Middellandse Zee te bevorderen;
- De essentiële rol van migranten in de Europese Unie en haar lidstaten te erkennen.
Dit artikel kwam tot stand in het kader van het MIND-project, dat financiële ondersteuning krijgt van de Europese Unie (DEAR – Development Education and Awareness Raising Programme). De inhoud van dit artikel valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van Caritas International en geeft niet noodzakelijk de mening van de Europese Unie weer.