In de collectieve verbeelding bestaat internationale immigratie voornamelijk uit mannen. Toch vertellen de feiten iets anders. Bijna de helft van de immigranten in België – geboren in het buitenland – is namelijk vrouw.[1][2][3]
FEIT 1: Bijna de helft van de immigranten in België zijn vrouwen
VROUWENMIGRATIE ONDERSCHAT?
De foute perceptie alsof immigranten vooral mannen zouden zijn, is het gevolg van verschillende – moeilijk te onderscheiden – factoren. Een mogelijke factor speelt zich af in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. De migranten die toen naar België kwamen, deden dit om te werken in de mijn- en staalindustrie. Bijgevolg waren dit uitsluitend mannen.
Een andere reden is dat er gedurende de afgelopen twee decennia effectief meer mannelijke migranten waren. Ten eerste doordat Polen, Roemenië en Bulgarije in 2004 toetraden tot de Europese Unie (EU), en ten tweede, doordat de verzoekers om internationale bescherming voornamelijk mannen waren (72% in 2015).[4] Deze oververtegenwoordiging van mannen komt er doordat zij alleen naar Europa reizen om hier asiel aan te vragen. Eens de procedure rond is, hopen zij hun gezin via gezinshereniging naar België te halen. Cijfers bevestigen dat gezinshereniging hoofdzakelijk een toegangskanaal voor vrouwen is: 65% van de visumaanvragen voor gezinshereniging betreft vrouwen.[5]
FEIT 2: Gezinshereniging is voornamelijk voor vrouwen een toegangskanaal. Marwanes (49) verhaal illustreert dit. Hij riskeerde zijn leven en vluchtte uit Syrië. Hij kwam naar Europa en hoopte zijn vrouw en twee zonen naar België te halen. In 2018 kwam zijn droom uit.
>>LEES OOK: het volledige verhaal van Marwane
WAAROM MIGREREN ZE?
De migratieredenen van vrouwen zijn anders dan die van mannen. 72% van de vrouwelijke migranten in België vertrekt omwille van gezinsredenen, 50% vanwege het onderwijs en 34% om professionele redenen.
Vrouwen die internationale bescherming aanvragen, hebben andere motieven. Bijvoorbeeld omdat ze afkomstig zijn uit een conflictgebied waar vrouwen een hoger risico lopen. Of omdat er in hun land van herkomst structurele vrouwendiscriminatie bestaat die kan leiden tot geweld: uithuwelijking, genitale verminking, huiselijk geweld, enz. Wereldwijd is een op de twee vluchtelingen (48% in 2018) een vrouw.[6]
FEIT 3: Een op de twee vluchtelingen is een vrouw.
>>EEN AANBEVOLEN ARTIKEL: “Vrouw en vluchteling: geef hen zichtbaarheid op deze Internationale dag van de vrouw”
VROUWENMIGRANTEN EN TEWERKSTELLING?
In België slagen we er te weinig in immigranten te werk te stellen. We behoren tot de slechtste leerling van de EU-klas. De arbeidsparticipatie van 20- tot 64-jarigen is 53,9%, in vergelijking met 72% bij autochtonen.[7] Bij vrouwelijke migranten is dit nog lager dan bij hun mannelijke collega’s (een verschil van 14,9%). Maar, dat verschil is er ook bij vrouwen geboren in België (een verschil van 15,1%). De arbeidsparticipatie is zelfs lager als we alleen migrantenvrouwen geboren buiten de EU analyseren.
FEIT 4: Migrantenvrouwen hebben een lagere arbeidsparticipatie dan hun mannelijke tegenhangers.
Dit heeft verschillende redenen. Werkloosheid is in vele huishoudens een gezinskeuze, of een praktische overweging. Thuisblijven is namelijk in sommige gevallen financieel voordeliger, aangezien kinderopvang duur is in verhouding tot hun laag inkomen.
Een verschil in opleidingsniveau kan leiden tot een verschillend salaris, en dit kan het onderscheid qua arbeidsparticipatie verklaren. Vrouwen met een hoger opleidingsniveau zullen hierdoor bijvoorbeeld makkelijker gaan werken, maar toch blijft dit onvoldoende. Een op de drie migrantenvrouwen (33,8%) is overgekwalificeerd voor haar job, tegenover een op de vier migrantenmannen (28,6%).[8] Bij personen die in België geboren zijn liggen de cijfers anders. Hier is een op de vier vrouwen overgekwalificeerd (21,3%), in vergelijking met een op de zes mannen (17,9%).
FEIT 5: Een op de drie migrantenvrouwen is overgekwalificeerd voor haar job.De oorzaak van de lage arbeidsparticipatie of de overkwalificatie bij migrantenvrouwen komt doordat zij tot drie minderheidsgroepen behoren. Ze zijn namelijk én migrant, én vrouw … én migrantenvrouw. Net als migrantenmannen ondervinden migrantenvrouwen moeilijkheden op onder meer administratief niveau (erkenning van diploma’s en vaardigheden, enz.), het leren van de taal en discriminatie. Daarbovenop ervaren alle vrouwen drempels zoals kinderopvang en genderongelijkheid. En, tot slot, moet de migrantenvrouw opboksen tegen bestaande stereotypes.
>>LEES OOK: hoofdstuk drie uit het rapport “Ons gemeenschappelijk huis: migratie en ontwikkeling in België“.
ZE DEELT HAAR ERVARING...
Tot slot geven we het woord aan Ruchika. Zij is Indiase van oorsprong, en verhuisde vijf jaar geleden naar België:
Dit artikel werd gerealiseerd in het kader van het MIND-project. Het project MIND kreeg financiële steun van het programma van de Europese Unie voor sensibilisering en ontwikkelingseducatie (DEAR). Meer informatie vind je hier. Deze inhoud is de verantwoordelijkheid van Caritas International en niet noodzakelijk van de Europese Unie.