Laten we bij wijze van voorbeeld kijken naar de aanpak in Niger, waar PAHRVID zich richtte op de streek van Diffa. De bevolking daar werd geconfronteerd met aanvallen van strijders van Boko Haram, overstromingen en moeilijke leefomstandigheden.
Via de partnerorganisatie CADEV Niger werd werk gemaakt van humanitaire bijstand, de verdeling van levensmiddelen en non-foodartikelen, steun in de vorm van cash, promotie van ondernemerschap. Er werd ook ingezet op een vergroting van de sociale cohesie en de ontwikkeling van een cultuur van vrede. Sociale werkers, mensen uit de lokale gemeenschappen, werden opgeleid om voorlichting te geven over onder meer hygiëne.
Fatma uit Chouari vertelt hoe haar dorp werd voorzien van propere douches: “De families uit ons dorp zijn hier erg blij mee. Vroeger moesten de meisjes en de vrouwen de brousse in trekken, wat hun veiligheid in gevaar bracht.”
Sommige jongeren werden opgeleid om schrijnwerker, metaalbewerker, automecanicien, autowasser, kleermaker of kapper te worden. Na hun opleiding kregen deze cursisten gereedschap en startten ze hun eigen zaakje.
Andere jongeren en vrouwen kregen cash om een eigen activiteit te creëren. Ze gingen bijvoorbeeld telefoonkaarten verkopen of gsm’s heropladen. Zo moesten ze niet langer in de natuur hout verzamelen om aan wat centen te geraken.