Gevluchte jongens op de middelbare school krijgen overigens ook vorming. Caritas vindt het belangrijk dat mannen het andere geslacht beter leren te begrijpen. Je kan daar best vroeg mee beginnen. Op school wordt aan jongens uitgelegd hoe ze beter kunnen omgaan met meisjes, in de hoop dat dit hun houding later in het leven positief zal beïnvloeden. Het is de bedoeling om zo gendergebonden geweld te kunnen voorkomen. De jongens, die de vorming kregen, kunnen in hun eigen omgeving een soort ambassadeur zijn.
Cito Manigabe (18) is een jongen die op school deze vorming kreeg. Samen met zijn moeder, een zus en een broertje vluchtte hij naar Oeganda. De familie, afkomstig uit de Oost-Congolese provincie Noord-Kivu, leeft daar nu al een jaar of drie in een ‘settlement’.
“Hier is er vrede. Ik kan naar school gaan. Niemand jaagt ons op”, vertelt Cito. “Onze familie heeft wel niet veel middelen, geld verdienen is hier moeilijk. Soms heb ik niet genoeg schoolbenodigdheden. De huizen in het kamp zijn povertjes in vergelijking met hoe we woonden in Congo. We moesten ons ook aanpassen aan de andere talen in Oeganda want Swahili is hier niet de voertaal.” De jonge Congolees wil graag voortstuderen om technisch ingenieur te worden. “Daarna wil ik graag een job vinden om mijn familie te kunnen helpen”, klinkt het.