Halina Havrilovna (69) is een gepensioneerde weduwe zonder kinderen. Ze woont in haar kleine huis met tuin in Ruskaja Lozova, een dorp nabij de stad Charkiv. Vroeger werkte ze in een bedrijf waar groenten en fruiten werden opgeslagen.
Bij het uitbreken van de oorlog in Oekraïne vertrok Halina naar Charkiv, waar ze drie maanden bleef. Ze kampeerde toen in één van de metrostations in de stad. Later kon ze met een vriendin naar een appartement verhuizen. Na de bevrijding in september ging Halina naar haar dorp terug.
De teruggekeerde burgers in Ruskaja Lozova proberen er nu samen het beste van te maken. Veel mensen zijn er niet meer in Halina’s straat. De meesten wonen nu in het westen van Oekraïne, in Polen of in Duitsland.
“In het begin was er hier gewoon niks”, vertelt Halina. “We sliepen op de blote vloer. Pas na een week kregen we matrassen en slaapzakken. In de eerste drie dagen was er geen eten of water.”
“Nu heb ik echt nood aan een kachel. Ik was gewend om mijn huis te verwarmen met gas, maar nu is er helemaal geen gas. Mijn dak is kapot, en ik kan het niet laten herstellen. Hetzelfde geldt voor de vensters. Alle vensters zijn stuk. Ik gebruikte plastic om ze dicht te maken. In de tuin vind ik resten en scherven van bommen. Er lagen zelfs een paar granaten achter mijn huis.”
“Nu slaap ik dus hier. ’s Nachts zakt de temperatuur onder nul, maar ik wikkel me in mijn dekens, en zo lukt het wel. Overdag ga ik naar buren waar er wel verwarming is. Zo kan ik mezelf wat opwarmen.”