Het gebrek aan voedsel doet talloze mannen naar andere steden en buurlanden vertrekken. Daar hopen ze geld te verdienen dat ze naar hun familie kunnen sturen. “Ik ga regelmatig naar Nigeria om mijn familie te eten te kunnen geven”, getuigt Amadou (31). “Maar de oogsten zijn schamel, we kunnen er niet lang van leven.” Migranten leven in moeilijke omstandigheden en lopen ook gevaar, zoals Abdoul (29) kan bevestigen: “Ik reis gewoonlijk naar Libië om daar geld te verdienen voor mijn familie… Sommigen sterven tijdens de reis… In Libië werk ik als boer en kweek ik groenten. Bij mijn jongste poging om erheen te gaan, werd ik door Algerijnse soldaten betrapt en teruggestuurd. Nu blijf ik dus liever thuis.”
Ondanks zijn jaarlijkse reis naar Nigeria slaagt de man van Hamsatou (22) er niet in om genoeg geld mee naar huis te brengen. “Elk jaar verblijft hij 6 tot 8 maanden in Nigeria. Hij komt alleen terug in het regenseizoen om dan samen met mij onze akker te bewerken[20]. Ik ben nu alleen met onze kinderen en heb niet genoeg eten om hen te voeden. Mijn hoop is dat mijn man in de toekomst niet meer zal moeten vertrekken en dat hij bij mij zal blijven om in onze behoeften te voorzien.”
Om te voorkomen dat mannen nog ver weg moeten trekken, bedenken de dorpelingen strategieën om de voedselcrisis beter aan te kunnen. Ze worden hierbij ondersteund door Caritas.
Door het habbanayé-systeem kunnen vrouwen hun schamele oogsten aanvullen. Wat is het principe? De vrouwen vormen een keten van solidariteit waarbij ze onderling wijfjesgeiten uitlenen. “Vijf jaar geleden schonk Caritas ons 120 geiten en 6 bokken”, zegt Hadiza opgetogen. “60 vrouwen van de 90 in ons dorp kregen elk 2 geiten. Onderling bespraken we waar de nood toen het grootst was.” Er wordt gewerkt met een soort rotatiesysteem. Wanneer de geiten één of twee keer een jong hebben gekregen, houden de vrouwen de jongen en geven ze de oorspronkelijke geiten door aan andere vrouwen in het dorp. “Die geiten veranderden veel in mijn leven”, aldus Hadiza. “De mest is erg nuttig op de velden, mijn groenten groeien veel beter! En de geitenmelk is heel voedzaam voor mijn kinderen en mezelf. We houden de wijfjes en verkopen de bokken. Zo kunnen we eten kopen en de kinderen naar school sturen.”