De aanleiding: dood van Jean-Prince Mpandi
Alles begint in augustus 2016 met de dood van Jean-Prince Mpandi, de zesde “Kamwina Nsapu” en invloedrijke traditionele leider, die het niet kan vinden met de heersende macht in Kinshasa. De man wordt op 12 augustus neergeslagen door de Congolese gewapende strijdkrachten. Sindsdien drijven de milities van Kamwina Nsapu en de veiligheidsdiensten het geweld en de gruweldaden op, in een nationale politieke context die steeds kwalijker wordt.
Misdaden van beide zijden
Ondanks de oproepen tot terughoudendheid, vooral geuit door de katholieke bisschoppen, lijkt er geen einde te komen aan de spiraal van geweld en repressie. “De milities blijven onthoofden”, zegt de aartsbisschop van Kananga, Mgr Marcel Madila. In Kananga, de belegerde hoofdplaats van Centraal-Kasaï die meer dan 2 miljoen inwoners telt, terroriseren de militairen de burgers. “De ordediensten zouden bescherming moeten bieden, en niet van de situatie gebruik maken om de bevolking angst aan te jagen en uit te buiten”. Tot op heden zijn er 43 massagraven ontdekt en verschillende video’s lijken te bevestigen dat er buitensporig geweld gebruikt werd.
Enorme noden
Door dit dodelijke geweld zagen miljoenen mensen zich genoodzaakt te vluchten. De ontheemde personen hebben dringend nood aan voedsel, onderdak, gezondheidszorg, hygiëne, waterzuiveringstabletten, kledij, potten en pannen… “We moeten ook psychosociale en medische steun kunnen verzekeren voor de kinderen die door de milities werden ingelijfd en voor de personen die werden misbruikt”, voegen de collega’s van Caritas Congo toe. De noden zijn enorm. OCHA, het VN-bureau voor humanitaire coördinatie, schat dat 65 miljoen dollar nodig is om het leven te redden van de 731.000 personen die in gevaar verkeren door de crisis in Kasaï.
Humanitair alarmsysteem
Ondanks de onveiligheid die humanitaire acties bemoeilijkt, is Caritas aanwezig in alle zones die door de crisis getroffen worden en biedt er eerstelijnshulp aan. Caritas heeft een humanitair alarmsysteem opgezet in de vijf provincies die initieel getroffen waren. De gegevens –over geweld, confrontatie, ontheemde personen… – worden verzameld door het Caritasnetwerk en doorgegeven aan OCHA. Het voordeel? Tot op vandaag stuurde het Caritasnetwerk hen meer dan 500 waarschuwingen.
Een alarmkreet
Geconfronteerd met dit onnoemelijke geweld, slaakt de aartsbisschop van Kananga een alarmkreet: “We moeten actie ondernemen om ervoor te zorgen dat internationale instanties de leiders van DRC aanmanen om de terugkeer naar vrede en legaliteit te bevorderen, om de misdadigers te straffen en de militairen en politie, maar ook Monusco aan te zetten om de bevolking echt te beschermen”.