Het is kwart voor acht ’s ochtends wanneer het kamp voor intern ontheemden in Alindao brutaal opgeschrikt wordt door een gewelddadige aanval. Maar liefst 26.000 mensen verblijven hier, weggevlucht van een thuis die een schouwtoneel voor bloedvergieten is geworden. En ook Alindao blijkt niet veilig. De hele dag klinken geweerschoten. Mensen vluchten massaal de omringende bossen in.
Wat overblijft is een kaal landschap van platgebrande huisjes en verwoeste gebouwen. De pastorie, een deel van de kathedraal en de kantoren van Caritas zijn vernield. De opslagplaatsen van Caritas leeggeplunderd. Er wordt geschoten op mensen die de lichamen van hun vermoorde familieleden komen zoeken. Minstens 72 personen verliezen het leven.
Toenemende onveiligheid
Het geweld dat de Centraal-Afrikaanse Republiek al jaren in haar greep houdt, duurt voort en laait de laatste weken weer heviger op. De VN luidde de alarmbel[1] over deze humanitaire crisis, die steeds meer mensen op de vlucht jaagt en wordt gekenmerkt door een toenemende onveiligheid en steeds moeilijkere toegang voor humanitaire hulpverleners.
“Van januari tot oktober dit jaar werden in de Centraal-Afrikaanse Republiek meer dan 300 incidenten tegen hulpverleners gemeld, meestal plunderingen, overvallen en inbraken. In dezelfde periode werden zes hulpverleners vermoord en geraakten er 21 gewond”, weet noodhulpcoördinator Jan Weuts. “Tijdens de aanval in Alindao werden twee personeelsleden van Caritas urenlang gegijzeld.”
Voedselzekerheid in het gedrang
“Zoals in Alindao zie je ook op andere plaatsen dat mensen de brousse invluchten en daar verder proberen te overleven. Ze kunnen hun grond niet meer bewerken, wat de voedselzekerheid zwaar in het gedrang brengt,” vervolgt Jan Weuts. Bijna twee miljoen mensen hebben dringend voedsel nodig.
Het Wereldvoedselprogramma rekent op Caritas om voedsel te verdelen. “In een land dat wordt gekenmerkt door geweld en waar gsm- en internetverbinding heel beperkt zijn, komt het netwerk van de Kerk als geroepen om noodhulp tot bij de mensen te brengen,” zegt Jan Weuts.
Caritas op het terrein
Er zijn nog enkele personeelsleden van Caritas in het vluchtelingenkamp van Alindao gebleven. En ook sommige vluchtelingen beginnen terug te keren. Op 22 november telden Caritasmedewerkers 1.624 huisjes die terug bewoond of in herstel waren. Caritas biedt zeilen, non-food items (NFI) zoals dekens, emmers of pannen, en waardigheidskits voor vrouwen.
De noden blijven groot. Het personeel is beperkt, hun kantoren vernield. De intern ontheemden hebben nood aan onderdak, water, sanitaire voorzieningen en hygiëne (WASH), voedselzekerheid, gezondheidszorg en bescherming. Caritas moedigt de internationale gemeenschap aan om de wortels van het probleem aan te pakken en te ijveren voor vrede in de Centraal-Afrikaanse Republiek.
