Hoe hebt u uw bezoek aan Libanon beleefd?
Met heel veel enthousiasme. Ik wou al heel lang, erg graag dit land bezoeken. Mijn generatie heeft altijd horen praten over Libanon, en vooral dan over Beiroet, als een oorlogsgebied waar verschrikkelijke aanslagen en gijzelingen plaatsvonden. Ik was dan ook blij om een land in vrede te mogen ontdekken waar volop aan de heropbouw wordt gewerkt. Ondanks de huidige moeilijkheden die te maken hebben met de uitzonderlijke instroom van vluchtelingen in Libanon, heb ik overal lachende gezichten gezien en een grote generositeit ervaren. Vooral bij het personeel van Caritas Libanon. Het is het soort reizen dat een mens opnieuw energie geeft!
Welk project heeft de grootste indruk nagelaten?
Moeilijk te zeggen. Alle projecten die we bezocht hebben zijn het vermelden waard: medische zorg voor Syrische en Iraakse vluchtelingen, psychosociale begeleiding, materiële steun en scholing voor de kinderen van de vluchtelingen: allemaal formidabele acties. Als ik er echt één moet uitkiezen, dan misschien wel de zogenaamde ‘vluchthuizen’.
Waarom?
Ongetwijfeld omwille van het grote contrast tussen de vredevolle omgeving en de wrede verhalen van de slachtoffers die er opgevangen worden.
Ik heb er schrijnende verhalen gehoord. Onder meer het verhaal van een jong Syrisch meisje, een slachtoffer van mensenhandel. Ze hoopte in een restaurant te kunnen werken maar werd gedwongen zich te prostitueren. En de getuigenis van twee Iraakse zussen die mishandeld werden, eerst door hun moeder, daarna door hun vader. Zij zijn gevlucht voor hun leven. Je houdt het niet voor mogelijk wat mensen elkaar kunnen aandoen. De Caritasmedewerkers hebben het duidelijk moeilijk met dergelijke verhalen en er is niet altijd een oplossing. Maar toch blijven ze zich voor tweehonderd procent inzetten, ondanks de bedreigingen waarvan ook zij geregeld slachtoffer zijn.