Palestina: Op de Westelijke Jordaanoever gaan boeren werken met gevaar voor eigen leven

Het Caritasnetwerk werkt al tien jaar met de Palestijnse bevolking op het platteland van het gouvernement Jenin in het noorden van de Westelijke Jordaanoever. Op de heuvels en vlaktes vallen er veel getuigenissen te rapen, maar worden al te vaak genegeerd door de internationale media en het zwijgen opgelegd door de Israëlische militaire bezetting.

In juli 2024 erkende het Internationaal Gerechtshof de onwettigheid van de Israëlische bezetting, en stelde dat Israël een annexatie van Palestijnse gebieden uitvoert en een discriminerend beleid voert ten aanzien van de Palestijnse bevolking op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem.

Op de bezette Westelijke Jordaanoever zijn gemeenschappen sinds oktober 2023 het slachtoffer van toenemende aanvallen en beperkingen opgelegd door de Israëlische autoriteiten.

Boeren op hun plantages zijn regelmatig het mikpunt. “Wanneer ik op mijn velden werk, ben ik overgeleverd aan de genade van instructies om ‘te schieten om te doden’,” vertelt Mahmoud, die sinds oktober al vijf keer beschoten werd door Israëlische patrouilles.

De stad ‘Arraba grenst aan de Israëlische nederzetting Mevo Dotan. Dit betekent blootstelling aan intimidatie, veediefstal, arrestaties en moorden. Het geweld van kolonisten is de afgelopen jaren sterk toegenomen, vooral sinds oktober 2023, waardoor hele Palestijnse gemeenschappen op de bezette Westelijke Jordaanoever ontworteld zijn. De Europese Unie (en België) blijven handelsbetrekkingen onderhouden met deze koloniën, hoewel het Internationaal Gerechtshof de illegaliteit van deze koloniën opnieuw heeft onderstreept en het onderhouden van deze economische betrekkingen in vraag stelt.

Boerenfamilies in Jenin wordt dagenlang de toegang tot hun land ontzegd onder het voorwendsel van veiligheid. Deze onevenredige maatregelen leiden tot het verlies van hele landbouwseizoenen, waardoor de Palestijnse bevolking geconfronteerd wordt met een slopende economische realiteit.

De economische context verslechterde verder met de opschorting van werkvergunningen voor Palestijnen die op zoek waren naar een leefbaar loon in Israël. In het dorp Faqqua’ bijvoorbeeld verdampte plotsklaps 90% van de inkomens die afkomstig waren van werk in Israël¹. Ook de stopzetting van het toerisme heeft een aanzienlijke impact gehad op de lokale economie.

In deze moeilijke context ondersteunt Caritas International gezinnen om hun inkomen te verhogen en te diversifiëren. Deze steun is vooral bedoeld voor vrouwen en jongeren, zowel middels financiële steun als via opleidingen in marketing en bedrijfsbeheer.

Sinds gaan werken in Israël onmogelijk werd, besloten de meeste jongeren terug te keren naar de landbouw. Deze overgang heeft echter geleid tot meer concurrentie op de markt, versterkt door een daling van de consumptie.

Organisaties zoals Caritas International creëren oplossingen in samenwerking met lokale gemeenten die hun best doen om hun gemeenschappen te ondersteunen. Ze worden echter gehinderd door de bevriezing van de Palestijnse fiscale middelen die Israël sinds oktober 2023 heeft opgelegd².

Het Caritasnetwerk ondersteunt de oprichting van “lokale actiegroepen” die mannen en vrouwen uit verschillende plaatsen samenbrengen. Deze groepen ondersteunen gemeenten bij het identificeren van kwetsbare mensen in dorpen, om het bewustzijn in hun gemeenschappen over milieu- of gendergelijkheidskwesties te vergroten, maar ook om solidariteitsacties te organiseren.

“Wij zijn de nieuwe generatie – waar zelden iets van wordt gehoord – maar samen kunnen we dingen veranderen,” zegt Malak, die deel uitmaakt van de groep van Marj Ibn Amer.

“Ik heb maar één boodschap voor onze vrienden in België: laten we het bloedbad in Gaza een halt toeroepen en stop binnen je omgeving vooral niet met praten over Palestina,” vervolgt haar collega Haneen.