Tijdens de Think Global Day, georganiseerd door 11.11.11, sprak minister van ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open vld) eerder deze week klare taal: “We weten maar al te goed dat meer ontwikkeling voor meer migratie zorgt.” Een duidelijke boodschap die we hem weinig andere Europese ministers horen nazeggen. “We zitten met 27 anderen rond de tafel, en we moeten ze allemaal overtuigen.”
Europese Consensus over Ontwikkeling
Dat dit niet het enige zorgpunt is, blijkt uit de Europese Consensus over Ontwikkeling die vandaag op tafel ligt. Een Consensus die niet alleen haaks staat op het besef van minister De Croo maar ook op de ‘heilige’ opvatting dat ontwikkelingssamenwerking primair bedoeld is voor het bestrijden van armoede.
In november vorig jaar reageerden ngo’s voorzichtig positief op de voorstellen van de Europese Commissie rond het nieuwe Europese ontwikkelingsbeleid. Dit beleidskader bepaalt hoe de Europese Unie de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen zal gaan uitvoeren. Ondanks de retoriek dat het Europa menens is ongelijkheid aan te pakken en armoede te bannen, zijn we al geruime tijd bezorgd dat een hele reeks eerdere beleidsvoorstellen veeleer gefocust waren op binnenlandse prioriteiten op korte termijn, inclusief doelstellingen om migratie richting Europa tegen te gaan. Vandaag maken we ons opnieuw grote zorgen nu blijkt dat dergelijke beleidsdoelstellingen ook in de nieuwe Europese Consensus over Ontwikkeling opgenomen zijn.
Migratiemanagement
Voortbouwend op haar Migratiepartnerschap Framework van 2016, zal de EU haar ontwikkelingsbeleid en -budgetten gebruiken om migratiemanagement en grenscontroles in partnerlanden te bevorderen. Ontwikkelingsgeld zal bovendien afhankelijk gemaakt worden van de samenwerking door diezelfde partnerlanden op het gebied van terugkeer, terugname en re-integratie van hun onderdanen.
Deze alarmerende verschuiving van focus vinden we ook terug in de voorstellen die op tafel liggen voor een nieuw EU-Afrika-partnerschap – een partnerschap waarover beslist zal worden op de top van november in Abidjan. In deze voorstellen legt de Europese Commissie de klemtoon op “de intensivering van samenwerking rond grensbeheer, het opzetten van maatregelen om inkomende en uitgaande migratiestromen te beheren, en om de samenwerking rond terugkeer en duurzame re-integratie van irreguliere migranten te vergemakkelijken”.
Tegenhouden van migranten uiteindelijk doel?
In november vorig jaar stelde de Europese Commissie bovendien voor om het Cotonou-akkoord rond migratie te versterken met de bedoeling het externe migratiebeleid “te integreren”. Ook hier ligt de klemtoon op het tegenhouden en terugsturen van migranten.
Het lijkt een coherent verhaal te zijn, want eenzelfde filosofie staat ook centraal in het voorstel van de Europese Commissie voor een Europees Investeringsplan voor Afrika. Dit voorstel werd vorig jaar gepresenteerd als het belangrijkste plan om migratie van Afrika naar Europa aan te pakken door middel van economische groei, werkgelegenheid en het versterken van de privésector. Het idee hierbij is om 3,35 miljard euro ontwikkelingsgeld te gebruiken om privé-investeringen in Afrika aan te zwengelen, en dit “als een belangrijke bijdrage aan de aanpak van de oorzaken van migratie”.
Migratieparadox
De lokale privésector versterken om zo werkgelegenheid te creëren kan een goede zaak zijn. Maar het ontbreken van werkgelegenheid is slechts een van de oorzaken van gedwongen migratie. Als dit soort ontwikkeling migratie al zal beïnvloeden, dan is het eerder in positieve zin: het zal mensen de middelen geven om te migreren. Migratie wordt zo een positieve keuze, en niet langer een noodzaak. Dit is de migratieparadox: op korte termijn zullen emigratiecijfers niet dalen wanneer arme landen rijker worden. Een verbetering van levensomstandigheden zal zorgen voor een geleidelijke toename aan lokale, regionale en internationale migratie.
Is migratie vandaag de belangrijkste focus van EU-ontwikkelingssamenwerking geworden? Dat zou dan in tegenspraak zijn met het Verdrag van Lissabon dat stelt dat ontwikkelingssamenwerking primair bedoeld is voor het bestrijden van armoede. Ontwikkelingshulp inzetten om migratie op korte termijn te remmen is een illusie. Iets wat minister De Croo lijkt te beseffen, maar nog niet is doorgedrongen tot bij zijn Europese collega’s.
Nood aan duurzame ontwikkeling
Meer dan 65 miljoen mensen zijn vandaag op de vlucht naar een veilige plek om te overleven. In Europa is er brede steun over de noodzaak om hen te helpen en de oorzaken van gedwongen migratie en ontheemding aan te pakken. Maar helaas zien we dat steeds meer ontwikkelingsfondsen, zoals het Emergency Trust Fund for Africa, niet alleen ingezet worden voor ‘migratiemanagement’ (om mensen te houden waar ze zich bevinden), maar ook vooral worden besteed in landen van oorsprong. Dit betekent in de praktijk dat landen van waaruit beduidend minder migranten vertrekken, ook minder Europees ontwikkelingsgeld krijgen. Dat is een slechte ontwikkeling.
Strengere grenscontroles zullen de oorzaken van gedwongen migratie niet oplossen. Het zal mensen aanzetten tot het zoeken naar alternatieve routes die vaak nog gevaarlijker zijn waardoor ze hun leven op het spel zetten. En ontwikkeling zal migratie ook niet doen afnemen. Integendeel.
Ontwikkelingssamenwerking mag daarom niet gebruikt worden om migratiedoelstellingen te realiseren. Ontwikkelingshulp moet duurzame verandering op lange termijn beogen. Verandering die iedereen ten goede komt, maar in het bijzonder de armste en meeste kwetsbare mensen in ontwikkelingslanden.