“Er worden veel spullen naar hier gebracht maar er gaat ook heel wat buiten”, vertellen Lisette en Nicole. “Kleren, huishoudartikelen, speelgoed, kleine meubeltjes. Soms zoeken we voor klanten al eens een bed of een kleerkast. Onze klanten zijn niet alleen bewoners van het opvangcentrum. We krijgen hier ook mensen die worden gesteund door een OCMW of een CAW. En heel wat Oekraïnse vluchtelingen, hier in de streek, vinden eveneens de weg. We zijn er voor iedereen die er nood aan heeft. Den Tember is alle woensdagen open, en ook op elke derde zaterdag van de maand.”
Wie in Den Tember komt winkelen, moet niets betalen. Maar Nicole, Lisette en hun collega’s rekenen wel op respect, een glimlach, een dankjewel. “We hebben vooral een tekort aan schoenen en T-shirts voor mannen, die zijn altijd razendsnel weg. Mannen lijken hun schoenen te dragen tot ze helemaal ‘op’ zijn, vrouwen wisselen veel makkelijker van schoenen.”
Nicole en Lisette hebben doorgaans een plezant contact met hun cliënteel. “Als zij vriendelijk zijn, zijn wij dat ook”, klinkt het. “Sinds enige tijd moet je wel aanbellen zodat we de flow een beetje in de gaten kunnen houden. Hierdoor creëren we al een eerste kans om hallo of goeiedag te zeggen. Na verloop van tijd ken je haast alle klanten. Met sommige van hen krijg je een nauwere band. Het gebeurt al eens bijvoorbeeld dat we iemand met de auto naar het ziekenhuis brengen om te helpen.”
Nicole is nu al een jaar of zeven bezig met de klerenactiviteit. Lisette is al een jaar of vier vrijwilligster bij Caritas maar zij heeft ook de handen vol met de voedselbank.