COP27: vier pijlers om een kwetsbare bevolking te ondersteunen in de strijd tegen de klimaatopwarming

Caritas International België COP27: vier pijlers om een kwetsbare bevolking te ondersteunen in de strijd tegen de klimaatopwarming

Mensen in Mozambique die zijn gered na een cycloon. - Caritas/ Joost Bastmeijer

Mensen in Mozambique die zijn gered na een cycloon. - Caritas/ Joost Bastmeijer

09/11/2022

In Egypte is deze week de 27ste grote klimaatconferentie, de COP27, van start gegaan. De organisaties van Caritas roepen de deelnemende landen op om klimaatrechtvaardigheid en sociale gerechtigheid te waarborgen door de mensenrechten te verdedigen en de kwetsbaarste bevolkingsgroepen te beschermen. Hoe kan je best de gemeenschappen ondersteunen die door de klimaatcrisis worden getroffen? De organisaties van Caritas stellen voor om uit te gaan van vier pijlers.

Dankzij onder meer de recente rapporten van de ‘Intergovernmental Panel on Climate Change’ (IPCC) weten we nu precies wat de huidige en potentiële omvang van de klimaatcrisis is en welke oplossingen zich aanbieden. De COP27 is een mooie kans om de rangen te sluiten nu de mensheid in haar bestaan wordt bedreigd. We kunnen dit alleen aanpakken door in overleg actie te ondernemen en steun te geven aan de mechanismen die er zijn om de meest getroffen volkeren te ondersteunen; zij dragen trouwens de minste verantwoordelijkheid voor de verstoring van het klimaat.

De encycliek Laudato Si’ bevat al een oproep om werk te maken van ‘integrale ecologie’ en op te komen voor klimaatrechtvaardigheid. In overeenstemming met deze boodschap neemt de Caritas-confederatie[1] deze standpunten in naar aanleiding van de COP27:

1. Ga uit van de lokale ervaring en kennis 

De ervaring van de organisaties van Caritas gaat uit van de kennis die getroffen gemeenschappen hebben over hun gebied. Om zo teelten in de landbouw, infrastructuur en praktijken aan te passen in het licht van de klimaatopwarming. Waar mogelijk wordt het gebruik van de plaatselijk beschikbare middelen gemaximaliseerd om meer rendement te halen en de voedselzekerheid te verbeteren; tegelijkertijd wordt er bijgedragen tot de aanpassing aan de klimaatopwarming en de verzachting van de effecten. Een voorbeeld: de traditionele agrobosbouwsystemen, toegepast door heel wat gemeenschappen in het Amazonegebied, helpen nu al om de houtkap in nieuwe bosbouwzones te verminderen; deze systemen maken het mogelijk om CO2 op te slorpen en de noden van families op het vlak van voedsel en inkomsten te lenigen.

In de huidige context leidt de klimaatopwarming tot een toenemende schaarste van hulpbronnen en een grotere koolfstofvoetafdruk. Het netwerk van Caritas wil de beleidsmakers aanmoedigen om rekening te houden met de kennis van de autochtone bevolking en agro-ecologische praktijken, en niet alleen met wetenschap en technologie.

2. Ondersteun aanpassing en vermindering van risico's op rampen

Wereldwijd is er nog altijd te weinig geld voor de aanpassing aan de impact van de klimaatopwarming. Aanpassingsprocessen op plaatselijk niveau zijn niet vaak participatief van aard en worden zelden gefinancierd door de grote klimaatfondsen. Essentieel is dat de aanpassing meer wordt beklemtoond in het kader van de nationaal vastgestelde klimaatdoelstellingen of Nationally Determined Contributions (NDC)[2]. Deze inspanningen zouden zich moeten toespitsen op de belangrijkste economische sectoren en diensten, kustgebieden en laaggelegen gebieden, ecosystemen in oceanen en de vermindering van risico’s op rampen (RRC) op plaatsen waar de mens leeft.

Caritas International België COP27: vier pijlers om een kwetsbare bevolking te ondersteunen in de strijd tegen de klimaatopwarming
Bijstand voor slachtoffers van een tyfoon op de Filipijnen. - Caritas Filipijnen
Caritas International België COP27: vier pijlers om een kwetsbare bevolking te ondersteunen in de strijd tegen de klimaatopwarming

Humanitaire hulp voor slachtoffers van een cycloon in Mozambique - CRS/Carolin Brennan

Caritas roept ook de internationale gemeenschap op om meer bij te dragen tot de internationale fondsen voor de klimaataanpassing en die te gebruiken op lokaal niveau om de veerkracht inzake klimaat te versterken en de klimaatgebonden en ecologische risico’s op rampen te verkleinen. Caritas vraagt aan de rijke landen om ieder jaar minstens 100 miljard dollar op tafel te leggen bovenop de reeds gedane toezeggingen en om dat geld eerlijk te verdelen over de programma’s die moeten verzachten en aanpassen. Voor de periode na 2025 zou moeten worden gezocht naar een nieuw gezamenlijk doel om het vertrouwen te herstellen en de acties rond het klimaat te versnellen.

Deze middelen zouden eerder in de vorm van subsidies moeten worden verstrekt (niet zozeer in de vorm van leningen). De klemtoon moet liggen op de versterking van de capaciteiten van de lokale instellingen die zich bezighouden met de aanpassing aan de klimaatopwarming, meer bepaald wanneer het gaat om risico-evaluatie. Er moet ook prioriteit gaan naar betere plannen voor risicobeperking in de nationaal vastgestelde klimaatdoelstellingen, de nationale aanpassingsplannen en de programma’s. Om zo de veerkracht te vergroten en verlies en schade aan te pakken en te minimaliseren.

3. Erken verlies en schade 

Het is fundamenteel om in de landen die kwetsbaar zijn voor klimaatrisico’s te erkennen dat er sprake is van verlies en schade. Concrete voorbeelden illustreren dat er grenzen zijn aan het aanpassingsvermogen en tonen de grootste schade, veroorzaakt door de klimaatopwarming. Denk bijvoorbeeld aan de vernieling van infrastructuur door overstromingen, het verlies van mensenlevens door aanslepende droogtes, de verdwijning van eilandstaten door het wassende water. Niet-economische schade door volksverplaatsingen, zoals het verlies van cultureel erfgoed of de verslechtering van de fysieke of mentale gezondheid, moet ook aandacht krijgen in deze denkoefening.

Het ontbreekt aan structurele financiering voor verlies en schade in de internationale klimaatpolitiek. Gevolg: het is moeilijk om maatregelen te treffen ter ondersteuning van bevolkingsgroepen die worden getroffen door de klimaatopwarming – denk aan humanitaire steun of sociale bescherming. Bij gebrek aan een betrouwbaar en globaal financieringsmechanisme zullen de kwetsbaarste landen nog meer schulden aangaan. Ze zullen nog fragieler en armer worden, telkens wanneer ze te maken krijgen met klimaatrampen waarvoor ze zelf niet verantwoordelijk zijn.

Deze leemte in de klimaatpolitiek moet worden opgevuld. Caritas roept de landen op om de oprichting van een financieringsmechanisme voor verliezen en schade te ondersteunen; naast de uitwerking van het ‘mechanisme van Warschau’ en het Santiago-netwerk. Dit mechanisme zou genoeg middelen moeten krijgen om landen te helpen om zich te herstellen van klimaatrampen. Het geld moet democratisch en lokaal worden verdeeld; via subsidies, niet via leningen.

De klimaatopwarming doet ook bevolkingsgroepen verhuizen. Caritas wil dat de landen en de internationale gemeenschap effectief rekening houden met de uitdagingen verbonden met volksverplaatsingen, migraties en geplande ‘resettlements’ en dat dit stelselmatig wordt meegenomen in het beleid.

4. Promoot duurzame voedsel- en landbouwsystemen    

Kleinschalige boeren vangen de hardste klappen van de klimaatcrisis op. Zij ondervinden de gevolgen van een op hol geslagen klimaat en van een gebrek aan politieke steun. Voor Caritas is de landbouw een sleutelsector; maar de aanpassing van deze sector komt vaak niet aan bod in investeringsplannen en de landbouwpolitiek. In het nationaal en internationaal landbouwbeleid is er slechts voorzichtige en beperkte steun voor de agro-ecologische transitie. Er is nood aan een gecoördineerd politiek antwoord op internationaal niveau om de aanpassing in de landbouw te versterken en bij te dragen tot de uitbouw van voedselsystemen die beter bestand zijn tegen diverse klimaatschokken.

In dit verband vraagt Caritas aan de regeringen en de internationale gemeenschap om de landbouw en voeding een centrale rol toe te kennen in de internationale aanpak van het klimaatdossier. Het VN-Kaderverdrag over Klimaatverandering (UNFCCC) moet niet alleen het mandaat van het ‘Koronivia Joint Work on Agriculture’ (KJWA) vernieuwen maar ook de aanpassing in de landbouw versterken door de klemtoon te leggen op een aanpak die resulteert in duurzame voedselsystemen die inspelen op de lokale realiteit, inclusief zijn en opgewassen zijn tegen klimaatschokken in de wereld. Een voorbeeld van zo’n aanpak is de agro-ecologische transitie.

Kleine landbouwbedrijfjes zijn erg kwetsbaar op het vlak van klimaat. En toch gaat slechts 1,7% van de klimaatfinanciering naar zulke bedrijfjes![3] Het Groene Klimaatfonds zou de financiering voor aanpassing aan het klimaat moeten verdubbelen en zou een aanzienlijk deel hiervan moeten reserveren voor kleinschalige boeren. Deze middelen zouden rechtstreeks toegankelijk moeten zijn voor de lokale spelers. Het middenveld kan hierbij een kanaliserende functie vervullen. Deze centen zouden moeten worden ingezet voor een grotere veerkracht van voedselsystemen, de versterking van rechten en de bescherming van de biodiversiteit.



1

Ons standpunt is mee gebaseerd op bijdragen van Caritas-organisaties uit de hele wereld (Afrika, Azië, Europa, Midden-Oosten, Noord-Afrika, Latijns-Amerika, de Caraïben, Noord-Amerika en Oceanië. Er is ook rekening gehouden met boodschappen van de Afrikaanse Dialogen over het klimaat, die werden georganiseerd door de katholieke Kerk en het middenveld om na te denken en te discussiëren over de belangrijkste politieke prioriteiten in de aanloop naar de COP27.

2

De nationaal vastgestelde klimaatdoelstellingen zijn actieplannen rond het klimaat die de emissies moeten  verminderen en de aanpassing aan de klimaatopwarming regelen. Iedere staat, die het Akkoord van Parijs ondertekende, moet nationale klimaatdoelstellingen opstellen en die om de vijf jaar actualiseren.

Verwant nieuws

Alle nieuwsberichten