“We werken uitstekend samen met de Dienst Voogdij”, getuigt Laurence. “Geregeld worden we gevraagd om onze expertise te delen en ook aanbevelingen te geven. Zo werkten we bijvoorbeeld mee aan het opstellen van richtlijnen die meer details geven over de toepassing van de wet op niet-begeleide minderjarigen. Maar we zien ook diverse toekomstige uitdagingen. De Dienst Voogdij moet uitsluitend in het belang van de jongeren kunnen handelen. Wij hopen dat de nieuwe regering ook in die richting zal denken.”
Onze verdere aandachtspunten zijn deze:
- Het uitwerken van een multidisciplinaire aanpak om de leeftijd te beoordelen. Zo’n beoordeling zou alleen mogen worden uitgevoerd bij ernstige twijfels over de leeftijd van een jongere. Daarnaast zou er ook rekening gehouden moeten worden met beschikbare documenten of andere vormen van bewijs. Jongeren moeten in sommige gevallen ook de mogelijkheid hebben om een opschortend beroep in volle rechtsmacht aan te tekenen.
- De opstelling van een gedragscode voor de voogden.
- De geregelde herevaluatie van de richtlijnen die de praktijken bij de voogden stroomlijnen.
De profielen van de jongeren die toekomen in België, hun noden, de migratieroutes die ze gebruiken, de conflicten waaraan ze trachten te ontkomen: het wordt allemaal steeds complexer. In een zo veranderlijke context heb je steeds meer vaardigheden nodig om niet-begeleide minderjarige jongeren te begeleiden. En die vaardigheden moeten voortdurend worden bijgeschaafd.
“Op Belgisch niveau zal het nieuwe Europees Pact over Asiel en Migratie moeten worden toegepast. Er worden ook nieuwe regeringen gevormd. De komende maanden worden dan ook cruciaal voor de toekomst van de zorg voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen”, denkt Laurence Bruyneel.