Andere vormen van mensenhandel zijn bedelarij, aan het werk zetten in mensonwaardige omstandigheden, orgaanhandel of het doen plegen van misdrijven. Mensenhandel1 is dus niet hetzelfde als mensensmokkel, waarmee het soms verward wordt. Caritas werkt mee aan een Europees project dat slachtoffers van mensenhandel beter wil beschermen, onder andere door de uitwisseling van goede praktijken tussen landen van herkomst en bestemming en het versterken van een multidisciplinaire en transnationale aanpak. Ilse van der Straeten volgt dit project op.
Wat is de expertise van Caritas wat betreft mensenhandel?
Ilse: We hebben vooral ervaring met minderjarige slachtoffers van mensenhandel. Van de 85 niet-begeleide minderjarigen die ik zelf begeleid heb, waren er een zevental slachtoffers van mensenhandel, grotendeels meisjes die zich prostitueerden.
Met beperkte financiële middelen en een gebrek aan toekomstperspectief, lijkt prostitutie voor hen een uitweg en een manier om te overleven. Ze noemen het “easy money”. Het gaat hier vaak om jongeren die al op heel jonge leeftijd zijn misbruikt, verwaarloosd of in aanraking kwamen met geweld. Hierdoor zijn ze extra kwetsbaar voor personen die hen aandacht schenken maar het slecht met hen voor hebben. Het is bovendien een gekend fenomeen in de psychologie dat getraumatiseerde personen de traumatische context opnieuw opzoeken, omdat ze vertrouwd zijn met die situatie en geleerd hebben hoe ze erin kunnen overleven.
Het kost tijd om een vertrouwensrelatie op te bouwen. Jongeren moeten weggehaald worden uit de slechte omgeving, maar daarna worden ze heel vaak van het ene opvangcentrum naar het andere overgebracht. Een jongere die ik begeleidde, verbleef op een jaar tijd in 7 verschillende opvangcentra. Dan is de voogd nog de enige persoon die altijd bij je blijft.
Zijn jongeren ook de doelgroep van het Europese project?
Ilse: Neen, het project focust op meerderjarige, Europese slachtoffers van mensenhandel. Dit zijn vaak Roma, een doelgroep waarmee we ook ervaring hebben. Maar omdat dit project ruimer gaat dan onze expertise, hebben we binnen de Belgische context een netwerk van partners 2 opgebouwd.
Via een multidisciplinaire benadering willen we slachtoffers beter bijstaan. We hebben daarom een handboek voor hulpverleners ontwikkeld en vormingen opgezet in de deelnemende projectlanden. De vorming in Brussel vond begin deze maand plaats.
Hoe verliep de vorming?
Ilse: We wilden vooraf echt nagaan waar de nood ligt, zodat we hierop konden inspelen. In een vergadering met zoveel mogelijk stakeholders hebben we knelpunten geïdentificeerd. Daaruit bleek o.a. dat slachtoffers van mensenhandel vaak niet als dusdanig herkend worden. Omdat ze bijvoorbeeld actief zijn in het drugs- of prostitutiemilieu, kunnen ze als criminelen gezien worden in plaats van als slachtoffers.
Slachtoffers van mensenhandel komen in theorie terecht bij de referentiemagistraat voor mensenhandel. Maar net doordat ze niet steeds als dusdanig herkend worden, komen ze ook bij andere politie en magistraten terecht. Het is dus belangrijk hen ook op te leiden. Dit is natuurlijk enorm moeilijk, aangezien de eerste lijn bestaat uit heel veel lokale politiekorpsen. Daarom hebben we ook de vormingsverantwoordelijke voor de politiescholen uitgenodigd op onze vorming, zodat zij de kennis kunnen doorgeven.
Wat werd er concreet besproken op de vorming?
Ilse: Experten kwamen verschillende onderwerpen toelichten: detectie van slachtoffers, het multidisciplinaire model, tienerpooiers of loverboys, de impact van trauma, de ondersteuning door centra waarin slachtoffers worden opgevangen… Veel aanwezigen waren geïnteresseerd in de psychologische gevolgen van uitbuiting.
Ik vond het ook interessant om te zien hoe het plukteam van de politie te werk gaat. Zij onderzoeken de financiële stromen van criminele organisaties. Daarnaast toonde de Federale Gerechtelijke Politie hoe je via internet bendes kunt opsporen. Sociale media zijn een belangrijk kanaal om slachtoffers te rekruteren. Het werkt in twee richtingen. Zelf zie ik ook dat jongeren zichzelf en hun privéleven gemakkelijk blootstellen op sociale media.
De vorming was een interessant onderdeel van dit project, en brengt ons weer een stap dichter bij een betere bescherming en bijstand van de slachtoffers van mensenhandel.