Onderhandelingen zijn nochtans de enige hoop op een einde van het conflict. De onderhandelingen zullen moeten gebeuren tussen de strijdende partijen, in overleg met buurlanden en andere betrokken landen. Concreet betekent dit de erkenning van de belangen van grote regionale actoren: Turkije, Jordanië, Saudi-Arabië, Iran en Qatar, maar ook de geopolitieke grootmachten China, Rusland en de Verenigde Staten. Regionale grootmacht Iran heeft historisch een goede band met het regime en is misschien de enige partij die Assad kan overtuigen om aan de onderhandelingstafel te komen zitten, of een stap opzij te zetten.
Het grootste obstakel blijkt op dit moment elk gebrek aan interesse vanwege de strijdende partijen, zowel binnen als buiten Syrië, om de strijd te staken. Als de partijen een einde willen maken aan de oorlog, zouden ze tot een compromis kunnen komen, maar daarin lijkt niemand geïnteresseerd. Ondertussen blijft Syrië bloeden, en steeg de (westerse) wapenverkoop aan het Midden-Oosten vorig jaar van 10,6 naar 16 miljard euro.