Zuid-Soedan staat op de rand van een van de grootste voedselcrisissen in de recente geschiedenis. Komt nog bij dat de lokale munteenheid steeds meer van haar waarde verliest, waardoor een lokale voedselproductie de enige oplossing wordt om te vermijden dat de bevolking op grote schaal getroffen wordt door de crisis. Caritas International en het Zwitserse Agentschap voor Ontwikkeling & Samenwerking hebben ingespeeld op de nood aan meer lokale voedselproductie en steunden de bisdommen in hun pogingen om commerciële landbouw te ontwikkelen in de zeer vruchtbare payams van Otogo, lasu, Tore, Kotobi, Mambe, Maridi, Manikakara en Nabbanga.
De regenval in 2016 was een van de beste van de afgelopen tien jaar. Naarmate geïmporteerde levensmiddelen te duur werden voor de meeste Zuid-Soedanezen, zagen lokale boeren al snel het belang in om hun eigen voedselproductie te verhogen voor marketingdoeleinden. Tijdens de eerste oogst van 2016 hebben de boeren zowat het dubbele van in 2015 geproduceerd en de hoop om hun producten eindelijk te kunnen commercialiseren was hoog. Helaas betekenden de gevechten van juli een grote tegenslag. In Otogo en lasu lieten de boeren hun gewassen achter toen ze naar Uganda vluchtten. In de andere payams bleef het rustig, maar de wegen naar de belangrijkste stedelijke markten waren afgesneden.
Tijdens de 6 maanden van relatieve rust (januari tot juni 2016) is het project erin geslaagd om een serieuze impuls te geven aan landbouwers door onder meer de aanleg van 7 magazijnen en 10 putten, de distributie van 4 ton gecertificeerd zaad, 1200 gereedschappen en 10 pedaalpompen én door de training van 400 boeren in het ossenploegen, warehouse management en de vermeerdering van zaaizaad. Maar de broze vrede brak in juli…tijdens de eerste oogst. De effecten waren vooral verwoestend in Otogo en lasu, waar veel mensen hun gewassen achterlieten en naar Uganda vluchtten. Ook in de zes andere payams kwam het leven tot stilstand, maar in de loop van augustus begonnen vrachtwagens opnieuw te rijden – zij het niet in de richting van de belangrijkste markt in de hoofdstad Juba.
Sindsdien zijn de werkzaamheden weer begonnen en hebben we tijdens de eerste twee weken van september 5 ton gecertificeerd zaad verdeeld. Maar het moreel van de boeren is sterk aangetast door de gebeurtenissen in Yei. Sinds de jaren 1970 stond Yei bekend als een levendig commercieel centrum. “Kleine London,” noemde men het. De meest dynamische boeren van het land hebben alles verloren, en dat heeft zijn sporen achtergelaten in de hele westelijke deel van Equatoria. Een groot deel van het enthousiasme van begin 2016 is weggeëbd. De komende maanden zullen bepalend zijn voor de boeren in de Equatoria’s. Als de markten terug op gang komen en de boeren geld kunnen verdienen, zal de opwaartse evolutie naar commerciële landbouw voortduren. Maar als de boeren achterblijven met hun gewassen, zal fatalisme het overnemen en zullen we opnieuw een enorme kans missen. In veel payams is Caritas de enige overgebleven steun voor de boeren. Deze aanwezigheid is niet alleen belangrijk omdat het project materiële en agronomische steun biedt, maar ook omdat het een gevoel van normaliteit in stand houdt. Dit gevoel is nodig zodat de boeren blijven geloven in betere tijden. Hun productie is het enige overgebleven lokale antwoord tegen de dreigende hongersnood – hen opgeven betekent Zuid-Soedan opgeven.
Een dag uit het leven van Caritas in Zuid-Soedan
Toen het vredesproces in Zuid-Soedan instortte, veranderde het anders zo rustige Yei plots in een slagveld. Wegens de onveiligheid zijn sinds half juli zijn alle wegen rond Yei afgesloten. Toegang tot voedsel is moeilijk geworden. Op 15 september vloog Caritas International en Caritas Zuid-Soedan 2 ton bonen naar Yei voor de mensen die er zich schuil hielden in Yei’s grootste kerk. Deze 2 ton maakten deel uit van de 10 ton voedselactie, gefinancierd door Salvatoriaanse Hulpactie –8 ton daarvan werd in Juba verdeeld in reactie op de het grote aantal mensen dat op de vlucht sloeg voor de gevechten in juli. Het vliegtuig dat dit voedsel bracht, vloog daarna door naar Maridi om er 1,5 ton gecertificeerd zaaizaad te af te leveren – zaaizaad dat het product was van Caritas Internationals ontwikkelingsproject. De zaden werden op weg naar het naburige bisdom Tombura-Yambio toen in juli de gevechten uitbraken in Yei. Gelukkig kon Mission Aviation Fellowship een goedkope cargovlucht organiseren zodat de Maridi-boeren hun zaden alsnog (en op tijd) kregen.