Ons migratiebeleid uitbesteden aan het globale Zuiden is geen oplossing voor de opvangcrisis [opiniestuk]

Caritas International België Ons migratiebeleid uitbesteden aan het globale Zuiden is geen oplossing voor de opvangcrisis [opiniestuk]

Vluchtelingen in het kamp in Moria op Lesbos in Griekenland. - Bente Stachowske / Caritas international (Duitsland)

Vluchtelingen in het kamp in Moria op Lesbos in Griekenland. - Bente Stachowske / Caritas international (Duitsland)

09/03/2023

Vandaag komen de Europese ministers van migratie opnieuw samen om zich te buigen over het EU-migratiebeleid. Het toenemend aantal asielaanvragen in de EU en de opvangcrisis in landen zoals België zorgt voor toenemende politieke spanning. Op de agenda: de uitbesteding van ons migratiebeleid aan landen buiten Europa en de versterking van Fort Europa met meer financiering voor grenshekken en surveillancemateriaal. Deze voorstellen worden gepresenteerd als nieuwe oplossingen, maar in de feiten zijn het luchtkastelen die al vele jaren bewijzen dat ze niet werken. Wij vragen dat België de Europese Raad radicaal van koers helpt te veranderen door de toenemende repressieve aanpak van het Europese migratiebeleid in te ruilen voor duurzame oplossingen die het internationaal recht respecteren.

Caritas International België Ons migratiebeleid uitbesteden aan het globale Zuiden is geen oplossing voor de opvangcrisis [opiniestuk]

Vluchtelingen in het kamp in Moria op Lesbos in Griekenland. - © Caritas international (Duitsland), Bente Stachowske

Impasse door repressieve aanpak

Bij gebrek aan eensgezindheid over de nodige interne hervormingen zullen de ministers opnieuw kijken naar wat landen buiten Europa moeten doen. Al meer dan dertig jaar probeert Europa de komst van migranten te beperken door haar migratiebeheer uit te besteden aan het globale Zuiden, het asielbeheer toe te vertrouwen aan derde landen en de terugkeer op te drijven met ontwikkelingsbudgetten en handelsbeleid als pasmunt. Een aanpak die niet alleen duur is, tot toenemende frustraties leidt in het globale Zuiden, het internationaal recht en de fundamentele rechten van vluchtelingen schendt, maar die ook niet werkt.

Terwijl de overgrote meerderheid van mensen op de vlucht nog steeds in eigen regio verblijven en daar ook worden opgevangen, neemt het aantal mensen dat zich aan de Europese grenzen aanmeldt niet af [1]. Legale migratiekanalen blijven potdicht, irreguliere migratieroutes worden steeds dodelijker en komen enkel ten goede van mensensmokkelaars. Gedwongen terugkeer geraakt niet georganiseerd bij gebrek aan medewerking van derde landen [2]. De begroting van het Frontex-agentschap [3] stijgt exponentieel, terwijl onderzoek na onderzoek het agentschap ervan beschuldigt de fundamentele rechten van migranten niet te respecteren. Ook de nationale overheden investeren steeds meer in fysieke en virtuele muren.

Op het vlak van opvang geraken de Europese lidstaten het niet eens over een solidariteitsmechanisme. Door het uitblijven van een hervorming van de Dublinverordening blijven de grenslanden van het Schengengebied op papier veroordeeld tot het organiseren van de opvang. Toch klagen tweedelijnslanden, zoals België, dat zij worden “overspoeld” door de “instroom” van zogenaamde Dubliners. Via triage aan de grenzen tussen echte en onechte vluchtelingen op basis van land van herkomst (wat in strijd is met het asielrecht) worden tweederangsprocedures opgezet, gepaard met detentie in gesloten centra en informele kampen in onmenselijke omstandigheden.

Internationaal recht naleven en duurzame oplossingen

Dat stemt tot nadenken. Waarom zijn de 27 zo vastbesloten om Europese burgers te doen geloven dat deze oude recepten dit keer wel de structurele opvangcrisis in Europa zullen oplossen? Er wordt vaak geschermd met het ‘aanzuigeffect’, maar dat effect is nooit bewezen.

Er liggen wel degelijk alternatieve voorstellen op tafel, maar daar werd nog nauwelijks in geïnvesteerd. Het is door legale toegangswegen te faciliteren dat mensen in gevaar internationale bescherming kunnen aanvragen zonder daarbij hun leven te moeten wagen. Voor anderen zal het een kans zijn om te werken, iets te betekenen voor het land van aankomst en ongelijkheid te bestrijden door geld te sturen naar het land van herkomst. Om dat te organiseren, moeten België en de andere EU-lidstaten eerlijke samenwerkingsovereenkomsten sluiten met de landen van het globale Zuiden – een vraag vanwege derde landen waar Europa maar niet lijkt op te willen ingaan.

Momenteel blijven mensen, die internationale bescherming nodig hebben, op straat staan.

Wat de opvang van verzoekers om internationale bescherming betreft, pleiten middenveldorganisaties voor een bindend mechanisme dat een eerlijke verdeling op Europees niveau beoogt. In België stelde het middenveld in september 2022 een stappenplan voor om uit de crisis te geraken, met ook daarin een verplicht spreidingsplan tussen gemeenten en het tijdelijk vrijmaken van noodopvang. Dat voorstel valt nog steeds op een koude steen. Mensen die internationale bescherming nodig hebben maar op straat staan, kunnen vandaag alleen rekenen op de solidariteit van burgers en humanitaire organisaties.

Het exponentiële budget dat aan een restrictief migratiebeleid wordt besteed, kan veel beter worden ingezet. In plaats van al die enorme sommen in te zetten voor controle en uitzetting, moet er geïnvesteerd worden in meer mobiliteit, opvang en integratie, met name via toegang tot werkgelegenheid en opleiding. De hervorming van de gecombineerde vergunning bijvoorbeeld, waarover momenteel op Europees en Belgisch niveau onderhandeld wordt, is een opportuniteit om het probleem van niet-ingevulde vacatures op te lossen. Of een kader voor de regularisatie van mensen in irregulier verblijf zodat zij ook kunnen werken.

Zonder een paradigmashift en een terugkeer naar de fundamentele Europese waarde van solidariteit zal de structurele opvangcrisis in Europa niet verdwijnen. Het is niet door internationale mobiliteit aan banden te leggen en alles in te zetten op terugkeer dat de situatie zal verbeteren. Daarom vragen wij België om op de Raad van 9 en 10 maart, in het kader van zijn toekomstig voorzitterschap van de EU in 2024, het repressieve migratiebeleid (inclusief het nieuwe migratie- en asielpact) om te buigen richting concrete en duurzame oplossingen qua mobiliteit, internationale bescherming en opvang, waarbij we het internationaal recht opnieuw centraal stellen. Het regeerakkoord wijst daarvoor de weg.
                                                                                                                                                                    
Arnaud Zacharie (CNCD-11.11.11), Els Hertogen (11.11.11), François Cornet (Caritas International), Sotieta Ngo (CIRÉ), Tine Claus (Vluchtelingenwerk Vlaanderen).

Deze tekst werd mee ondertekend door Centre Avec, CEPAG, CSC Bruxelles, Euromedrights, FGTB, JRS Belgium, Ligue des Droits Humains, Migreurop & MOVE.



[1]

In 2022 vroegen 924.000 mensen internationale bescherming aan in de EU, bijna twee keer zoveel als in 2021.

[2]

De EU heeft herhaaldelijk niet voldaan aan haar doelstelling om ten minste 70% van degenen die het bevel kregen te vertrekken terug te sturen. In 2021 is dit cijfer verder gedaald tot 21%.

[3]

Met een budget van 700 miljoen euro in 2022 is Frontex het grootst gefinancierde agentschap van de EU.

Verwant nieuws

Alle nieuwsberichten