De familiale situatie had tot gevolg dat Fatimata geen andere oplossing zag dan haar land definitief te verlaten. “Ik ken België sinds vele jaren. Voor mij is het dus geen onbekend land. De kinderen kwamen hier ook op vakantie. Ik heb nog nooit problemen gehad met Belgen. De mensen zijn hier direct en gastvrij. In mijn cultuur wordt er veel achter de rug gesproken, hier heb je dat veel minder.”
“De kinderen hadden eerst een tijdje nachtmerries. Ze waren bang. Maar nu beseffen ze dat ze veilig zijn in het opvangcentrum. Met de medebewoners kan ik het goed vinden. En ook met de medewerkers gaat het heel goed. Als er een probleem is, bedenken ze altijd wel weer een oplossing.”
Soms helpt Fatimata om schoon te maken in het opvangcentrum. Maar ze is ook een gewaardeerde assistente in de crèche van het centrum. “Ik help daar nu elke dag”, klinkt het. “Ik geef eten aan de kindjes en ga ermee wandelen.”
In haar vrije tijd danst Fatimata graag. En ze leest ook graag. “In Brussel ken ik nu een groep die werkt rond het thema besnijdenissen. Iets waar ik graag wil aan meedoen. In Ouadougou was ik in zekere zin een activiste door mijn inspanningen om de kwalijke kanten van besnijdenissen uit te leggen. Het is een gewoonte die we in de 21ste eeuw moeten afzweren.”