Hiline, pas 10 geworden, is een vluchteling. Ze komt uit Qaraqosh, Irak. Drie jaar geleden viel Daesh haar huis binnen. Met haar familie vluchtte ze naar Libanon. Het meisje woont vandaag in een klein huis in Sed El Bauchrieh (Beiroet), samen met haar moeder, vader broer en zus, Rayan en Helena.
Sinds ze gevlucht is uit Irak, is Hiline niet meer naar school geweest. “In Irak was ik de eerste van de klas. Hier in Libanon kan ik zelfs niet naar school omdat mijn ouders de middelen niet hebben,” vertelt ze. “Ik hou van Libanon, maar ik droom ervan naar mijn oma in Australië te gaan.” En ze heeft nog dromen: “als ik groot ben, word ik dokter. En zangeres. En actrice. Ze zeggen dat ik gelijk op Samar, een Turkse actrice.”
Ondanks haar angsten, kan Hiline nog lachen. Maar ze heeft schrik om terug te keren naar Irak. Ze herinnert zich haar laatste nacht toen Daesh haar deur inbeukte en ze als bij wonder via de achterdeur wist te ontsnappen. “Vandaag heb ik nog maar twee stukken speelgoed. En dikwijls gaan we slapen zonder gegeten te hebben.” Spreken over Irak maakt haar triest, maar even snel lacht ze weer.
Caritas zorgt ervoor dat kinderen terug naar school kunnen, zelfs als de ouders financiële problemen hebben. “We betalen het vervoer en schoolgeld, en we bezorgen ze het nodige schoolgerij. Alles is gratis,” zegt Ramzi, coördinator van de Caritasprojecten in de Bekaa-vallei. “De situatie van deze familie toont dat we nog altijd dingen nodig hebben. Om bijlessen te organiseren zodat ze zo snel mogelijk in het Libanese curriculum kan stappen. Om ook letterlijk naar school te kunnen gaan met de bus. Om haar mama te blijven aansporen. Kortom, om hen te steunen.”