Joseph, 46 jaar, is een van 270.000 vluchtelingen die de laatste maanden in het vluchtelingenkamp Bidi Bidi in Oeganda aankwam. Zoals de meeste anderen in zone 3 van het kamp, was Joseph een boer in Yei, Zuid-Soedan. Hij moest alles achterlaten in december 2016 om zijn vrouw en 6 kinderen te beschermen tegen de gevaren van de burgeroorlog. Nu vertegenwoordigt hij dorp 13 (zone 3 telt er 16) bij de kampautoriteiten.
“Met het voedselpakket dat we nu krijgen, kunnen we nauwelijks één sobere maaltijd per dag eten.” Met de recente komst van bijna 700.000 vluchtelingen in de regio van de Westelijke Nijl moet iedereen nu rondkomen met een maandelijks voedselpakket van amper 6 kg per persoon. Vroeger was dat 12 kg per persoon. Caritas heeft de familie van Joseph en 8.293 andere gezinnen voorzien van een schoffel, riek en zaden van linzen, erwtjes, okra en amarant. Hun opbrengst is een aanvulling op hun voedingsinname en de voedselporties die worden uitgedeeld door het Wereldvoedselprogramma. “De erwtjes die we oogsten, en binnenkort de rest van wat we gezaaid hebben, verhogen en diversifiëren onze voedselinname. Binnenkort zullen we onze overschotten op de markt kunnen verkopen en er enkele belangrijke bijkomende inkomsten uithalen.”
Joseph gaat verder: “Wat vandaag iedere ouder in het kamp bezighoudt, is de opleiding van de kinderen. Zij vormen 70% van de bevolking van Bidi Bidi. Stel u in onze plaats: als er terug vrede zal heersen in Zuid-Soedan, hoe kan een generatie die niet naar school is geweest dan het land heropbouwen? Moeten we ergens anders naartoe zodat ze naar school kunnen?” Caritas bekijkt nu de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat ongeveer 500 van deze jongeren les kunnen volgen in de omliggende scholen. En bijna 120 jongvolwassenen begonnen al een professionele opleiding in de bouw, of ze leerden lassen of naaien. Zo zouden ze binnenkort een kleine onderneming moeten kunnen opstarten, wat dus extra inkomsten voor hen en hun familie betekent.