Het verhaal van Clémence
Acht jaar nadat ze in Guinée alles en iedereen die ze liefhad, had achtergelaten, werd Clémence* officieel erkend als vluchtelinge in ons land. Ze woonde…
Lees meerCaritas International per regio
Caritas Internationaal in België
“Kijk, mijn tand is uitgevallen!” Morya wijst enthousiast naar het gat tussen twee melktanden. “Haar eerste in België,” glimlacht haar papa. Robin en zijn echtgenote Khloud kwamen op 26 maart 2018 aan in België met hun 8-jarige dochter.
Khloud serveert koffie, thee en zelfgebakken taart. “Deze taart heeft ze ook voor mij gebakken toen we elkaar de eerste keer ontmoetten”, lacht Robin. “Ik was direct verkocht.” Wanneer hij dieper ingaat op hun leven in Syrië, overtrekt zijn gezicht.
“Mijn vader was een podoloog. Hij had een eigen fabriek voor orthopedische schoenen. Toen hij overleed, erfden mijn broers en ik zijn fabriek aan de rand van Damascus, dicht bij het platteland. De fabriek draaide goed. Tot ze gebombardeerd werd.”
Vrees voor morgen
“Mijn vrouw moest haar studies stopzetten door de oorlog”, vervolgt Robin. Khloud vult aan: “Ik wil hier verder studeren. Maar eerst Nederlands leren. In Syrië studeerde ik psychologie voor kinderen. Hier zal ik misschien iets meer toegepast doen, zodat ik sneller kan beginnen werken en geld verdienen.”
“Het is moeilijk om weer van nul te beginnen”, zegt Robin. Hij toont foto’s van zijn huis in Damascus, van de laatste kerst met de hele familie. Robin onherkenbaar achter zijn witte kerstmannenbaard en kerstmuts, Morya en Khloud vrolijk tussen nonkels en tantes, neven en nichten. En toch is het hier beter, vindt Robin. “We moeten niet vrezen voor morgen, want er is vrede. In Syrië waren we altijd bang voor de toekomst.”
Een nieuw hoofdstuk
Ook het Belgische hoofdstuk in hun leven staat gearchiveerd in Robins smartphone: foto’s met hun verblijfsvergunning, met nieuwe Belgische vrienden, de familie op de Brusselse Grote Markt… “En het atomium hebben we ook al bezocht.”
“Ik vind de Belgische architectuur mooi”, vertelt Robin. “Veel huizen hier zien er vanbuiten oud uit, maar zijn vanbinnen nieuw. Ik hoop dat ik hier ooit een huis kan kopen en dat kan doorgeven aan mijn kinderen en kleinkinderen.”