https://www.youtube.com/watch?v=j6CbsRF2rBI
Net als in Jordanië leeft een minderheid van de vluchtelingen in officiële kampen maar de grootste groep leeft daarbuiten. De vluchtelingen die in de kampen leven hebben een betere toegang tot basisvoorzieningen zoals water en gezondheidszorg. Buiten de kampen is dit veel minder evident, vooral in de grote steden. Ook hier loopt de integratie van vluchtelingen heel moeizaam. Toen de eerste vluchtelingen aankwamen werd er gedacht dat dit tijdelijk zou zijn. Vijf jaar later staat het vast dat een groot deel van de vluchtelingen niet meer zullen (kunnen) terugkeren. Dit besef heeft een emotioneel effect op zowel de vluchtelingen als op het gastland (i.e. de lokale gemeenschappen).
In 2011, bij het begin van het conflict, besliste Turkije dat het een open-deur-beleid zou toepassen voor de vluchtelingen. Deze beslissing werd genomen in juni 2011, toen er sprake was van 8535 vluchtelingen die opgevangen werden in de kampen van Hatay, Yayladagi en Altinözö. In 2012 was hun aantal gestegen tot 78.409, drie jaar later tot 1,8 miljoen. Er werden 16 tentenkampen gebouwd in tien verschillende provincies, 1 tijdelijk opvangcentrum en 6 containerkampen. In totaal leven hier 222.000 vluchtelingen. Maar zoals gezegd leeft de grote meerderheid buiten deze kampen.
Turkije heeft volgens een laatste telling al 3,4 miljard euro uitgegeven aan de vluchtelingencrisis. 500.000 mensen werden verzorgd in ziekenhuizen en al minstens 35.000 Syrische vrouwen zijn er bevallen. In totaal bedraagt de financiële hulp van de Verenigde Naties en de Europese Unie tot nu toe 185 miljoen euro.