Wat zich voltrekt in Palestina is niet slechts een humanitaire tragedie, maar ook een juridische en politieke crisis. Het Internationaal Gerechtshof heeft vastgesteld dat het Israëlisch beleid elementen bevat van apartheid en het recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk schendt. Toch blijft de internationale passiviteit voortduren, wat het gevoel van straffeloosheid in stand houdt.
Deze feitelijke medeplichtigheid ondermijnt onze geloofwaardigheid en legitimiteit: we kunnen niet beweren waarden van menselijkheid en rechtvaardigheid te verdedigen in andere situaties als we zwijgen over de vernietiging van een volk.
Sommige initiatieven, zoals een recent Belgisch parlementaire resolutie, nemen belangrijke standpunten in — zoals het erkennen van het Internationaal Strafhof en het veroordelen van kolonisatie. Maar tegelijk koppelen ze fundamentele rechten aan politieke voorwaarden, wat op gespannen voet staat met het principe van universele mensenrechten.