Schapen kweken in Servië, een voorbeeld van een geslaagde terugkeer

Caritas International België Schapen kweken in Servië, een voorbeeld van een geslaagde terugkeer

© Pexels

© Pexels

28/06/2023

Een Servische familie keerde vrijwillig vanuit België terug naar Servië en vestigde zich daar uiteindelijk in de streek van Pirot, dicht bij de grens met Bulgarije. In het kader van de re-integratie werden voor deze familie vijf schapen aangekocht. Het bleek een goed plan, want de veestapel groeide ondertussen al uit tot wel 25 schapen. Terugkeerders slagen er gelukkig soms in om in hun land van herkomst een nieuw bestaan op te bouwen. Maar er zijn natuurlijk niet alleen maar succesverhalen.

Jelena Mićović bracht een deel van haar leven in Zwitserland door. Toen ze met haar familie terugkeerde naar Servië, ondervond ze zelf wat ‘migreren’ allemaal kan voor gevolgen hebben in een mensenleven. Nu werkt ze bij Caritas Servië, waar ze Serviërs begeleidt die vrijwillig terugkeren uit België of andere Europese landen. Vaak gaat het om mensen uit de Roma-gemeenschap. Jelena was onlangs in Brussel, waar het team ‘Vrijwillige terugkeer en re-integratie’ van Caritas International een aantal partners uit de Balkan en Oost-Europa ontving.

“De familie uit Pirot maakte soms een chaotische indruk maar het waren vriendelijke, sympathieke mensen”, vertelt Jelena. “Van de vader wist ik dat hij ooit schapen had gehouden in Kosovo. De familie woont nu in een afgelegen boerderij in de buurt van Pirot. In overleg met Caritas International en Fedasil konden we vijf schapen kopen voor deze mensen in het kader van hun re-integratie. Dat bleek een verstandige zet.  Hun veestapel is nu al vijf keer zo groot. Na een bezoek ter plaatse van een delegatie van Fedasil kregen we het groen licht om extra middelen te regelen zodat de familie haar huis officieel kon laten registreren en landbouwsubsidies kon krijgen.”

Bij Caritas Servië zien we elke week gemiddeld zo’n 40 personen die zijn teruggekeerd.

Jelena Mićović, van Caritas Servië

Jelena herinnert zich nog een andere situatie waarbij een vader met zijn dochter terugkeerde vanuit België. “Die man had in Servië gewoon werk maar zijn huis moest wijken voor een infrastructuurproject. Ze hadden hem en zijn dochter in containers gestoken. De man maakte veel schulden bij de elektriciteitsmaatschappij, kon die niet blijven betalen en trok uiteindelijk naar België. Toen vader en dochter teruggingen naar Servië, waren ze bang om weer hoge elektriciteitsrekeningen te moeten betalen. We dachten toen out of the box en gebruikten re-integratiegeld om een generator te kopen. Zo kunnen ze nu zelf hun stroom produceren. De dochter werkt ondertussen in een koffiebar, wat nu hun voornaamste inkomensbron is.”

Hoeveel Serviërs werken jaarlijks mee aan een vrijwillige terugkeer naar hun land? “Dat is een goed bewaard geheim”, antwoordt Jelena. “Officiële instanties kunnen nooit precieze cijfers geven. Maar bij Caritas Servië zien we elke week gemiddeld zo’n 40 personen die zijn teruggekeerd. Soms komen die pas na verloop van tijd bij ons aankloppen: er zijn papieren nodig voor de kinderen, ze vragen naar bouwmaterialen, hebben een vorm van sociale dienstverlening nodig enzovoort.”

Realistische verwachtingen 

In een aantal gevallen hebben de Servische begeleiders al contacten met families voor die al de terugkeer hebben aangevat. “Sowieso proberen we bij de terugkeerders verwachtingen te creëren die realistisch zijn”, klinkt het. “Na een terugkeer gaan we zoveel mogelijk op bezoek bij een familie thuis. Zo zien we hoe de mensen leven, leren we hen beter kennen en hebben we de kans om te praten over hun ideeën en alternatieve opties. In principe moet de beschikbare re-integratiesteun in één jaar tijd worden opgebruikt, maar in de praktijk blijven we veel langer in contact met de mensen. Soms helpen we hen om de kinderen te laten voortstuderen of om één van de zonen zijn rijbewijs te laten halen. We waken er ook over dat ze goed worden geïnformeerd over hun rechten en mogelijke premies of voordelen. In Servië is er zeker een sociale wetgeving maar die wordt niet altijd nauwgezet toegepast. Wij kunnen natuurlijk niet alle problemen oplossen maar we kunnen soms ook doorverwijzen naar andere organisaties en structuren.”

Bijzonder schrijnende situaties ontstaan vaak wanneer terugkeerders geen woning vinden en dakloos worden. “Nachtopvang bestaat er niet echt bij ons”, aldus Jelena. “De daklozen helpen we bijvoorbeeld met dekens, mutsen en eten.”

Caritas International België Schapen kweken in Servië, een voorbeeld van een geslaagde terugkeer

Caritas Servië begeleidt terugkeerders zonder stabiele huisvesting - © Caritas Servië

Stabiele woning is essentieel 

Een stabiele huisvesting hebben is essentieel om een re-integratie te kunnen laten slagen. “Als je altijd bij een ander familielid moet gaan kamperen, hoe moet je dan in ’s hemelsnaam een stabiele job vinden of de kinderen op school houden?”, verzucht Jelena. “Bij alleenstaande mannen zijn er soms nog specifieke problemen: ze nemen drugs, gokken of maken te veel schulden. Je mag gerust zeggen dat wij bij onze terugkeerders een heel gamma aan problemen en noden zien.”

Veel van de terugkeerders in Servië zijn mensen uit de Roma-gemeenschap, die in Oost-Europa sterk worden gediscrimineerd en gestigmatiseerd. “Je kan een familie pas goed laten integreren wanneer de kinderen normaal naar school gaan. In ons land zijn er gelukkig geen aparte scholen voor Roma maar het is wel moeilijk om de kinderen effectief op school te houden. Vergeet ook niet dat een kind bij de Roma vanaf 7 jaar al ‘volwassen’ is. Die kinderen hebben het dus bepaald niet gemakkelijk.”

Te kleine budgetten 

Na de terugkeer komt er doorgaans 1.000 tot 1.500 euro op tafel, geld dat kan worden ingezet om een eigen economische activiteit op te zetten. “Maar vaak is dat een illusie”, erkent Jelena. “En de subsidiegevers beseffen dat ook. Zo’n bedrag is in een land als Servië gewoon te klein om een eigen zaak uit te bouwen. Dat gaat niet. Je kan er bijvoorbeeld wel gereedschap mee betalen en dan aan de slag gaan in het grijze circuit. Via het Joint Reintegration Services-programma[1] zijn er wel meer middelen beschikbaar. Als we daarop een beroep kunnen doen, wordt het soms mogelijk om een oud huis voor een familie te kopen op het platteland. Maar Roma leven wel liever in de stad. Ze willen lang niet altijd naar een landelijk gebied verhuizen.”

Tijdens de Partnerweek van Caritas International in Brussel ontmoette Jelena collega’s uit België, Georgië, Kosovo, Oekraïne, Armenië, Albanië en Moldavië. “We behoren allemaal tot dezelfde Caritas-familie. Het lijkt wel of je je familie terugziet. We praten bij, wisselen ideeën uit en leren veel bij. Voor de terugkeerbegeleiders in België is het ook erg fijn om de collega’s uit andere landen te zien.”

We praten bij, wisselen ideeën uit en leren veel bij.

Jelena Mićović, van Caritas Servië

Jelena Mićović was al voor de derde keer in ons land. “Ik ben dol op België”, zegt ze. “De Belgen zijn mijn favoriete Europeanen. Onze collega’s bij Caritas International en Fedasil zijn verstandige mensen. Ze snappen dat de realiteit op het terrein vaak niet te rijmen valt met de oorspronkelijke plannen. Ze luisteren naar ons en handelen daar ook naar. Dat is niet altijd het geval wanneer we samenwerken met andere landen.”



1

Het programma Joint Reintegration Services (JRS), gelanceerd op 1 april 2022, biedt individuele re-integratiebijstand aan personen die vanuit een aantal EU-lidstaten terugkeren naar hun land van herkomst. Caritas International, European Technology and Training Center (ETTC), IRARA, Life Makers Foundation en WELDO zijn de organisaties die meewerken aan dit programma. De financiering komt van Frontex, het Europese Grens- en kustwachtagentschap.

Verwant nieuws

Alle nieuwsberichten