Op 6 februari 2023, in volle winter, werden het zuiden van Turkije en het noordwesten van Syrië geteisterd door vernietigende aardbevingen. Er vielen meer dan 50.000 doden. Het leven van miljoenen burgers werd getroffen. Velen werden dakloos.

De teams van Caritas Syrië en Caritas Turkije schoten meteen in actie en organiseerden zich om bijstand te geven aan de getroffen bevolking. Ze zorgden voor tijdelijke onderkomens en leverden levensmiddelen, drinkwater, hygiënische artikelen, verwarmingstoestellen. Er werd ook gezorgd voor psychosociale bijstand.

Bij Caritas Turkije kregen 2.618 personen minstens één vorm van bijstand. Een aantal voorbeelden: ze verdeelden 8.104 zakken met steenkool, 473 elektrische verwarmingstoestellen, 1.782 ventilatoren, 100 kolenkachels, 100 gasfornuizen, 2.895 zakken brandhout, 728 verpakkingen met luiers voor baby’s, 40 rolstoelen, 1.417 voedselpakketten, 710 hygiënekits en 4.555 flessen drinkwater. 158 personen kregen financiële steun om de huur te kunnen betalen.

Caritas Syrië verstrekte sinds de aardbevingen meer dan 40.000 diensten in diverse vormen. Denk bijvoorbeeld aan het regelen van tijdelijke onderkomens, warme maaltijden, voedselpakketten, drinkwater, hygiënische artikelen enzovoort.

De Syrische zusterorganisatie herstelde 20 scholen. Ze verdeelde ook bijna 8.500 voedselmanden, meer dan 10.000 dekens, meer dan 8.700 kits met hygiënische artikelen en 750 matrassen. Meer dan 4.200 personen ontvingen ondersteuning in de vorm van cash. Voor circa 3.000 personen werden inspanningen gedaan om hen beter te beschermen.

Tijdelijke kampen in Turkije 

De getroffen gebieden heropbouwen is lang niet gemakkelijk. Bovendien is de economische situatie in Turkije erg uitdagend. Het land gaat gebukt onder een erg hoge inflatie; in juli 2023 lagen de prijzen er bijna 50% hoger dan een jaar eerder. Bijna één derde van de bevolking dreigt in armoede te belanden of sociaal te worden uitgesloten.

“Meer dan 1 miljoen mensen in Turkije leven nog altijd in tijdelijke kampen, vaak van informele aard”, zegt Sébastien Dechamps. “Ze hebben geen normale toegang tot drinkwater. De Turkse autoriteiten onderstrepen dat het inspelen op humanitaire noden nu moet plaatsmaken voor hulp op lange termijn. Maar er zijn te weinig duurzame onderkomens. Er ontstaan nieuwe tijdelijke sites waar overlevenden verblijven. Dit wijst er toch op dat ook de humanitaire noden nog lang aan de orde zullen blijven.”

Deze situatie is extra lastig voor mensen met bijzondere noden zoals ouderen, jongeren, personen met een beperking en diegenen die sterk nood hebben aan bescherming.

In Syrië 

In Syrië is de situatie zeker niet eenvoudiger. Integendeel, want daar is er in sommige zones nog altijd oorlog. Nog voor de aardbeving waren er in Syrië al 15,3 miljoen mensen die behoefte hadden aan humanitaire steun. Naar schatting 90% van de bevolking leefde toen al onder de armoededrempel.

Caritas Syrië is vooral actief in de streek van Aleppo, Lattakia en Hama. In de streek van Idlib, dicht bij het epicentrum van de aardbeving, heerst nog altijd oorlog. Daar werkt Caritas Syrië samen met een lokale ngo.

“De team van Caritas in Syrië hielpen duizenden getroffen families om aan eten te komen en andere basisnoden te dekken”, aldus Dechamps. “Dat gebeurde door een verdeling van cash. Er werden ook appartementen hersteld. Beschadigde scholen werden opnieuw bruikbaar gemaakt. Caritas Syrië doet verder inspanningen om de gezondheidszorg toegankelijker te maken voor de getroffen bevolking.”

In Syrië zien we dat er nog veel tijd nodig zal zijn om alle huizen en appartementen te herstellen, en dat terwijl de armoede toeneemt.