In 2015 nam de internationale gemeenschap de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) aan. De tweede doelstelling, #GeenHonger, beoogt de eliminatie van alle vormen van voedselonzekerheid: honger, ondervoeding en obesitas, tegen 2030. Amper drie jaar later geeft een rapport van vijf agentschappen van de Verenigde Naties, The State of Food Security and Nutrition in the World 2018, aan dat er weinig hoop is op een dergelijke goede afloop.
Pijnlijke vaststellingen
In 2017 waren 821 miljoen mensen chronisch ondervoed, dat zijn er ruim 17 miljoen meer dan in 2016 en betekent een terugkeer naar het niveau van 10 jaar geleden. Wereldwijd heeft 22 procent van de kinderen jonger dan 5 een groeiachterstand als gevolg van ontoereikende voeding.
Een andere verontrustende vaststelling is de sterke stijging van het aantal mensen met obesitas. Wereldwijd is in 2017, 1 op 8 volwassenen obees (18,6 procent in België). Het rapport onderstreept dat obesitas en honger in veel landen naast elkaar bestaan en dat het in de eerste plaats de armsten zijn, die hiermee worden geconfronteerd. Ofwel hebben ze honger, ofwel nemen ze hun toevlucht tot goedkoop voedsel van bedenkelijke kwaliteit, met een grote energetische, maar lage voedingswaarde.
Gewapende conflicten en klimaatverandering
Het rapport ziet twee duidelijke verklaringen voor het heropflakkeren van de honger: de toename van het aantal conflicten sinds 2010 en de effecten van de klimaatverandering. Deze factoren vernietigen lokale voedselsystemen en ondermijnen de weerbaarheid van de lokale bevolking. Het rapport zwijgt echter over de bredere oorzaken van het aanhoudende falen van het wereldwijde voedselsysteem om ons allemaal te voeden zonder daarbij de planeet onherroepelijk te schaden.
Voor de Coalitie tegen de Honger, netwerk van 21 Belgische ontwikkelingsorganisaties actief in de strijd tegen honger en ondervoeding[2], is deze situatie niet hopeloos. Als we de tweede SDG #GeenHonger alsnog willen waarmaken tegen 2030 is het hoog tijd om het dominante model van de landbouwvoedselindustrie om te vormen. Het creëert armoede, is de grootste producent van broeikasgassen en vernielt de biodiversiteit. Het bezet, vernietigt of vervuilt de natuurlijke rijkdommen, grond en water, waarmee rurale gemeenschappen hun brood verdienen en voedt zo nieuwe conflicten. Tegenover dit model, gecontroleerd door een handvol transnationale bedrijven, staan meer dan 500 miljoen familiale landbouwbedrijven die 80 procent van het voedsel produceren. Paradoxaal genoeg zelf vaak het eerste slachtoffer van honger.
Veranderen van model betekent een transitie naar agro-ecologische voedselsystemen en voedselsoevereiniteit faciliteren, familiale landbouwers ondersteunen, de rechten van boeren en boerinnen versterken en een einde maken aan het monopolie en bijhorend machtsmisbruik van transnationale bedrijven.
De Verenigde Naties kondigden recent het Decennium van de familiale landbouw 2019-2028 af. De Mensenrechtenraad zit in de laatste rechte lijn naar het aannemen van een Verklaring van de rechten van boeren en boerinnen. Binnen de FAO, de landbouw en voedselorganisatie van de VN, neemt de erkenning van agro-ecologie als hét model om honger en armoede te bestrijden en een antwoord te bieden op landbouw gerelateerde klimaatuitdagingen, toe.
En België?
Gezien de omvang van de uitdagingen reageert België te afwachtend en lijkt bij momenten zelfs de foute richting uit te gaan. De Coalitie tegen de Honger wees minister Alexander De Croo (Open Vld) vorig jaar al op de risico’s verbonden aan de nieuwe strategienota Landbouw en Voedselzekerheid. De nota geeft niet langer prioriteit aan duurzame, familiale landbouw. Alle heil wordt verwacht van steun aan de privésector en nieuwe technologieën. België toont zich bovendien terughoudend om de belangrijke VN Verklaring voor de rechten van boeren en boerinnen goed te keuren op de komende zitting van de VN Mensenrechtenraad van 27 september.
Dit nieuwe rapport van de Verenigde Naties benadrukt opnieuw de urgentie om van koers te veranderen. Wij nodigen onze regering uit de boot niet te missen.