Caritas International België Humanitaire crisis in westen van Congo: consortium organiseert bijstand

Het geweld in de provincie Mai-Ndombe deed velen vluchten naar de provincies Kwilu en Kwango, de uitgestrekte gemeente Maluku of Kinshasa. - © Caritas International

24/06/2024

Caritas International neemt, samen met zeven andere organisaties, deel aan het project ‘Lisanga’ (Samen) dat inspeelt op de humanitaire crisis in het westen van de DR Congo. Deze crisis is het gevolg van een conflict dat al sinds juni 2022 aan de gang is in Kwamouth, in de provincie Mai-Ndombe. Een budget van 3,2 miljoen euro zal worden ingezet om 30.000 getroffen Congolezen te ondersteunen, tussen juni 2024 en mei 2026. [1] De crisis speelt zich af in een gebied dat niet ver van Kinshasa ligt.

Het geweld in Kwamouth jaagde zowat 500.000 mensen op de vlucht. Sommige van deze ontheemden trokken naar andere plaatsen in de provincie Mai-Ndombe. Anderen kwamen terecht in de provincies Kwilu en Kwango, in de uitgestrekte gemeente Maluku of in Kinshasa.

In de zones, getroffen door de gevolgen van het conflict, ligt het merendeel van de scholen stil. Veel kinderen haken gewoon af in het onderwijs. In de streek van Kwamouth en Maluku ondervindt 70% van de scholen de impact. In de provincie Kwango werden 81 scholen in brand gestoken. Het overgrote deel van de ontheemde of teruggekeerde kinderen kampt met traumatische gevoelens. 80% van de akkers is onbereikbaar, oogsten gingen verloren en levensmiddelen en basisartikelen werden gigantisch veel duurder.

Er zijn ook veel meldingen van personen die willekeurig werden opgepakt door leger of politie. Congolese militairen bewaken wegversperringen en verplichten burgers om daar ‘taksen’ te betalen als ze willen passeren. Soms moeten vrouwen dwangarbeid verrichten. Meisjes en vrouwen maken seksueel geweld mee, zelfs op plaatsen waar ze naartoe vluchten. Er zijn heel wat ongewenste zwangerschappen en seksueel overdraagbare aandoeningen.

In tal van dorpen zijn huizen en akkers verwoest of geplunderd. Sommige akkers zijn nu in handen van nieuwe ‘eigenaars’, en de vroegere eigenaars zijn bang om dit aan te klagen.

De acht organisaties uit het consortium [2] willen de leefomstandigheden van de getroffen bevolking verbeteren en het vreedzaam samenleven van de betrokken gemeenschappen in de hand werken. Het programma wordt gelanceerd op een moment dat er officieel een vredesakkoord bestaat dat mogelijk de instabiliteit zal verminderen. Het is nu mogelijk om humanitaire bijstand beter te organiseren, al dient gezegd dat er maar weinig humanitaire spelers actief zijn in verhouding tot de grote noden.

Het project Lisanga mikt op ontheemden, terugkeerders en gastfamilies in de gezondheidszones Kwamouth en Maluku 2. Het consortium is van plan om te werken rond de bescherming van gemeenschappen en sociale cohesie, betere inkomstenbronnen, primaire gezondheidszorg, onderwijs, voedsel en gendergebonden geweld.

Gewelddadige conflicten 

De humanitaire crisis in Kwamouth (Mai-Ndombe) ontstond door zware en gewelddadige conflicten tussen de twee grootste gemeenschappen, de Teke en de Yaka. De crisis deed veel burgers vluchten naar de provincies Kinshasa, Kwilu en Kwango. “De mensen in Kwamouth en Maluku zijn nu al bijna twee jaar lang aan het lijden”, weet Liliane Bitong Ambassa, die Caritas International vertegenwoordigt in de DR Congo.  “De geboden bijstand is noodzakelijk maar blijft te beperkt in verhouding tot de noden. Wij roepen de autoriteiten, geldschieters, andere humanitaire organisaties en spelers uit de ontwikkeling op om mee steun te geven aan de gemeenschappen waarover het gaat.”

Georgine Ngame, een moeder van zeven kinderen, maakt deel uit van de doelgroep waarop Lisanga zich richt. “Ik vind het geweldig dat we nu hulp zullen krijgen op het vlak van landbouw, onderwijs en gezondheidszorg”, zegt ze.

Guylain Ngwama Likidi is als verpleegkundige betrokken bij de situatie in de regio. Hij werkt in een gezondheidscentrum in Dumi. “De middelen die we nu krijgen, zullen ons helpen om beter te zorgen voor kinderen die 0 tot 59 maanden oud zijn. We zullen meer kunnen doen in de strijd tegen malaria en infecties. Verder zullen we psychologische zorg kunnen geven aan de mensen die getraumatiseerd zijn door het conflict in de regio.”

[1] Een bedrag van 3 miljoen euro komt van DG-ECHO, het Directoraat-generaal van de Europese Commissie dat verantwoordelijk is voor humanitaire steun. De rest van de middelen komt uit cofinanciering.

[2] Het uitvoerende consortium bestaat uit Caritas International (België), Caritas Congo, Caritas-Développement Kinshasa, Justice et Paix Kinshasa, MAGNA, Street Child UK en haar 2 partners Train Them To Fish en APEDC-RDC.

 

 

Downloaden