Het verhaal van Tabitha
“Toen Boko Haram ons dorp aanviel en aan het moorden sloeg, zijn we gevlucht naar de grens met Kameroen”, vertelt Tabitha Israel, een jonge vrouw van zevenentwintig, mama van vier kinderen en slachtoffer van het aanhoudende geweld. “De grenswachters lieten ons niet passeren. We hebben daar twee weken gewacht in de meest erbarmelijke omstandigheden. Er was geen proper water, geen toilet, geen zeep. Veel mensen stierven aan cholera. Ook mijn zoontje van twee en drie van mijn nichtjes hebben het niet overleefd. We zijn uiteindelijk weer landinwaarts getrokken.”
Onze collega Marisol Martinez, die onlangs het kamp bezocht, getuigt: “De meeste mensen in het kamp hebben net als Tabitha hartverscheurende verhalen: ouders die opgepakt werden of voor hun ogen gedood, fysiek en seksueel geweld tegenover vrouwen en kinderen, zonen en dochters die gestorven zijn door ontbering of aan cholera…”
Bescherming en basisnoden
Na heel wat omzwervingen is Tabitha met haar kinderen in het Sint-Theresa kamp in Yola, Adamawa State beland. Het ligt op een beschermd terrein van de katholieke Kerk.
“Tabitha woont er samen met vier andere families in een tijdelijk onderkomen. Caritas Nigeria heeft voor latrines gezorgd (voor mannen en vrouwen afzonderlijk) en hygiënekits.
Ze heeft ook een waterpomp geïnstalleerd op zonne-energie zodat er water voorhanden is. Niet alleen voor de bijna zeshonderd mensen in het kamp maar ook voor de lokale bevolking”, verduidelijkt Marisol.
Voedsel blijft een groot probleem. Caritas kan slechts ’s morgens en ‘s avonds in eten voorzien. De mensen krijgen een stevig ontbijt. Dat is belangrijk, vooral voor de kinderen die in de buurt naar school gaan. ’s Avonds is het behelpen. De middelen ontbreken voor een volwaardige maaltijd. Tabitha: “Ik wil niets liever dan terug naar huis gaan, opnieuw op mijn land werken. Opnieuw een gezinsleven opbouwen, in mijn eigen onderhoud voorzien. Maar het is er nog veel te gevaarlijk, daarom blijf ik liever hier.”
We blijven helpen zolang als nodig
Als gevolg van aanvallen van Boko Haram in het noordoosten van Nigeria, riep de regering in 2013 de noodtoestand uit in drie staten: Borno, Yobe en Adamawa. Hoewel de regering de controle heeft heroverd op grote delen in het noordoosten, blijft de situatie in bepaalde regio’s onstabiel en gevaarlijk. Toch heeft zij eind 2016 de officiële vluchtelingenkampen gesloten.
Volgens het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen waren er op 7 november 2017 nog ongeveer 1,7 miljoen mensen op de vlucht binnen Nigeria. De aanslepende crisis zorgt voor een heuse humanitaire crisis: meer dan 5 miljoen mensen in het noordoosten hebben hulp nodig. 500.000 kinderen zijn met ondervoeding bedreigd.
Dankzij de hulpactie Hongersnood 12-12 kunnen wij 100.000 euro bijdragen aan de hulpactie van het Caritasnetwerk, die in het totaal 9.000 slachtoffers bereikt.
